4.De uitspraak
op het principaal en incidenteel hoger beroep
laat Heuvelland toe te bewijzen dat zij de volgende gebreken aan het gehuurde tijdens of bij gelegenheid van het einde van de huurovereenkomst heeft verholpen:
- appartement Lan 1.0: lichtschakelaar defect;
- appartement 1.2: deurslot ontbreekt;
- appartement Lan 1.5: toiletpot zit los;
- appartement Lan 2.1: toiletbril ontbreekt, de deur van de badkamer was (tijdelijk)
vervangen en er liggen blote elektrakabels;
- appartement Lan 2.6: mengkraan keuken druppelt;
- het schilderwerk in de appartementen Lan 1.2 en 2.4 moet verricht;
- het verwijderen van schimmel en verf in appartement Lan 2.2;
- het dichten van boorgaten in het appartement Lan 2.4 en in het kantoor;
- in zaal: schakelaar ventilator defect;
- beschadigde vensterbanken buiten;
laat Heuvelland toe tegenbewijs te leveren tegen de voorshands aangenomen stelling dat tussen partijen de afspraak gold dat de laminaatvloer in de feestzaal bij het einde van de huur zou blijven liggen.
laat [appellanten] toe te bewijzen dat bij het einde van de huurovereenkomst de volgende voor rekening van huurder komende werkzaamheden noodzakelijk waren (en dat zij de kosten daarvan heeft gedragen):
- het leveren en aanbrengen van 19 spiegels;
- het leveren en aanbrengen van 13 douchegordijnen;
- het leveren en aanbrengen van 6 glijstangsets;
- het leveren en aanbrengen van 6 dubbele closetpot zittingen;
- het vervangen van 8 plugbeker sifons van de wastafels;
- het leveren en aanbrengen van 10 perlators op de kranen;
- het leveren en aanbrengen van 7 wastafel mengkranen;
- het aansluiten van 3 keukenblokken op het riool;
- het aanleggen van 4 meter koperen gasleiding, inclusief B-klep;
- het controleren en gangbaar maken van de resterende kranen;
- het controleren en afstellen van de laaghangende reservoirs;
- het vastzetten van 3 Wc-potten.
- het herstellen van schade aan de ondervloer van de feestzaal;
- het herstellen van tegels op badkamers;
- het herstellen van 2 deurposten;
- het herstellen van enkele plafonds;
- het afstellen en terughangen van een of meer deuren;
- het afstellen van draaikiepramen.
- 7 stuks herstel binnendeur kozijnen;
- 17 stuks leveren en aanbrengen nieuwe binnendeuren;
- 14 stuks leveren en aanbrengen nieuwe binnendeursloten;
- herstel dubbele tussendeur zaal;
- nieuwe cilinders garagepoort;
laat [appellanten] voorts toe feiten of omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat:
a. a) voor zover door [Schilderwerken] Schilderwerken méér werkzaamheden zijn uitgevoerd dan
- het schilderwerk in de appartementen Lan 1.2 en 2.4;
- het verwijderen van schimmel en verf in appartement Lan 2.2;
- het dichten van boorgaten in het appartement Lan 2.4 en in het kantoor,
het hierbij gaat om werkzaamheden die voor rekening van Heuvelland komen;
b) voor zover door [betrokkene] méér werkzaamheden zijn uitgevoerd dan het
herstel van de volgende gebreken
- in appartement Lan 1.0: lichtschakelaar defect;
- in appartement Lan 2.1: blote elektrakabels;
- in zaal: schakelaar ventilator defect,
het hierbij gaat om werkzaamheden die voor rekening van Heuvelland komen,
c) de tuin bij het gehuurde bij het einde van de huurovereenkomst, anders dan bij het begin van die overeenkomst, gebreken vertoonde die de volgende werkzaamheden noodzakelijk maakten (welke vervolgens zijn uitgevoerd en de kosten daarvan):
- verwijderen van onkruid op looppaden en terrassen;
- vrij graven en herstellen paal toegangspoort;
- vervangen oude gazon;
- herstel borders door aanvullen beplanting, onkruidbestrijding en vormsnoei;
- snoei bomen, hagen en coniferen;
- verzamelen en afvoeren van zwerfvuil;
bepaalt, voor het geval partijen of één van hen bewijs door getuigen wil leveren, dat getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. W.H.B. den Hartog Jager als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;
verwijst de zaak naar de rol van 11 april 2017 voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) in de periode van 4 tot 12 weken na de datum van dit arrest;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van het getuigenverhoor zal vaststellen;
verstaat dat partijen tevoren overleg plegen over het aantal en de persoon van de getuigen dat tegen deze datum zal worden opgeroepen en de volgorde waarin de getuigen zullen worden voorgebracht;
bepaalt dat de advocaten tenminste zeven dagen voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen zullen opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
houdt iedere verdere beslissing aan.Dit arrest is gewezen door mrs. W.H.B. den Hartog Jager, O.G.H. Milar en M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 maart 2017.