Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond, en
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg, waarin de Rechtbank de aanslag bouwleges van de Gemeente Eijsden-Margraten ongegrond verklaarde. De belanghebbende had een verhoogd terras met schutting laten aanleggen zonder omgevingsvergunning, waarvoor hij een aanslag leges van € 668 had ontvangen. De belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen deze aanslag, maar dit werd door de Heffingsambtenaar ongegrond verklaard. De Rechtbank bevestigde deze beslissing, waarna belanghebbende in hoger beroep ging bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 7 november 2016 heeft het Hof de zaak behandeld, waarbij de Heffingsambtenaar niet aanwezig was. Het Hof heeft vastgesteld dat de uitnodiging voor de zitting op de juiste wijze was verzonden. De kern van het geschil is of de aanslag leges terecht is opgelegd. Belanghebbende stelt dat zijn bouwwerk vergunningsvrij is, terwijl de Heffingsambtenaar bevestigt dat een vergunning benodigd is. Het Hof oordeelt dat het niet bevoegd is om te beslissen over de vraag of de omgevingsvergunning nodig was, aangezien dit voorbehouden is aan de bestuursrechter.
Het Hof concludeert dat de belanghebbende de leges terecht heeft betaald, mits de omgevingsvergunning vereist was. Aangezien belanghebbende heeft verklaard dat hij de leges terecht acht, bevestigt het Hof de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er zijn geen redenen om de Heffingsambtenaar te veroordelen tot vergoeding van griffierecht of proceskosten. De beslissing is op 30 maart 2017 uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om beroep in cassatie in te stellen.