Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.mr. Bernard Mallieux,
mr. Felix Boudewijn Remy Joseph Ruysschaert,
mr. Marc Leo Alex Gerard Bernaerts,
1.[geïntimeerde] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Telstar B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/209402/HA ZA 15-440)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven in het incident tevens vordering voeging ex artikel 222 Rv in de hoofdzaak;
- de memorie van antwoord in het incident van [geïntimeerden c.s.] .
3.De beoordeling
Vordering I sub a) heeft betrekking op het doen van diverse opgaven.
Vordering I sub b) heeft betrekking op het afgeven van dossiers en stukken. Vordering I sub c) heeft betrekking op het afgeven van niet nader aangeduide stukken. Vordering I sub d) heeft betrekking op een dwangsom als vorderingen sub a), b) of c) niet zullen worden nagekomen. Vordering I sub e) houdt in een vordering tot vergoeding van schade als gevolg van het gemis van de OC, op te maken bij staat, en tot betaling van een voorschot groot € 500.000,-- op die schade. Vordering I sub f) heeft betrekking op buitengerechtelijke kosten.
Vordering II houdt een vordering in om bij wege van voorlopige voorzieningen, voor zoveel nodig op de voet van art. 843a Rv., afschriften van of inzage te verstrekken in allerlei stukken; grosso modo gaat het om dezelfde stukken als die welke aan de orde zijn in vordering I sub b).
De rechtbank nam de gelegenheid te baat om bij dit vonnis tevens - in de hoofdzaak - een comparitie te gelasten; dat is echter verder niet aan de orde.
Dit betreft de onderhavige zaak onder zaaknummer 200.201.056/01.
Bij deze appeldagvaarding heeft [naam B.V.B.A.] haar vorderingen sub I en sub II integraal herhaald.