7.1De vaststelling van de feiten in het vonnis van 25 maart 2015 onder 2.1 - 2.16 is niet bestreden, zodat het hof ook in hoger beroep hiervan uitgaat. Deze vaststelling luidt als volgt (met een door het hof aangebrachte letteraanduiding en met de aanduiding van partijen als hiervoor vermeld):
Bij schriftelijke huurovereenkomst d.d. 19 januari 2013 heeft [appellant sr.] met ingang van 1 februari 2013 aan [geïntimeerde] verhuurd de bedrijfsruimte, bestemd om te worden gebruikt als café c.q. horecaruimte, gelegen te [vestigingsplaats] aan de [adres] , voor de duur van 5 jaar en een aanvangshuurprijs van € 24.000,= per jaar. Van de huurovereenkomst maken deel uit de Algemene bepalingen huurovereenkomst Winkelruimte casco Detailhandel Nederland.
Bij schriftelijke huurkoopovereenkomst d.d. 17 januari 2013 heeft [appellant sr.] aan [geïntimeerde] verkocht de inventaris van Café Antiek voor een prijs van € 30.000,=, te betalen in 60 maandelijkse termijnen van elk € 500,= die voldaan zullen worden tegelijk met de betaling van de huurpenningen van het café.
Het café is gedurende de periode van 2000 tot en met 2012 uitgebaat door de zoon en dochter van [appellant sr.] Het café is sinds december 2007 eigendom van [appellant sr.] Bij afzonderlijke overeenkomst d.d. 19 januari 2013 hebben de zoon en dochter aan [geïntimeerde] het gebruik van de naam en de opgebouwde goodwill van het café verkocht voor een bedrag van € 30.000,=.
Op of omstreeks 30 januari 2013 is het café aan [geïntimeerde] overgedragen en is [geïntimeerde] gestart met de exploitatie daarvan.
Bij brief van 18 april 2013 heeft de gemeente Peel en Maas aan [geïntimeerde] verzocht om een verzoek voor het verlenen van een nieuwe drank- en horecavergunning in te dienen.
Op 17 mei 2013 heeft de coördinator integrale handhaving van de gemeente Peel en Maas een bezoek aan het café van [geïntimeerde] gebracht. Bij schrijven van 26 september 2013 heeft die coördinator aan [geïntimeerde] onder andere meegedeeld:
dat een beperkte controle heeft plaatsgevonden van de brandveiligheidseisen, dat de gecontroleerde voorschriften correct worden nageleefd en dat te zijner tijd een uitgebreide controle door de brandweer zal plaatsvinden;
dat ten opzichte van de ingediende melding op 17 november 1992 een aantal veranderingen heeft plaatsgevonden in het bedrijf; de indeling van het pand is door de verbouwing in 2008 gewijzigd hetgeen gevolgen heeft voor o.a. de situering en indeling van de toiletten en keuken; [geïntimeerde] dient hiervoor een nieuwe melding ingevolge het Activiteitenbesluit in te dienen;
dat vóór 21 oktober 2013 een nieuwe drank- en horecavergunning moet worden ingediend;
dat 2 kansspelautomaten in het pand aanwezig zijn en dat, ingeval die automaten blijven staan, daarvoor vóór 21 oktober 2013 een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd;
dat op 21 oktober 2013 een administratieve hercontrôle zal worden uitgevoerd.
Op 9 april 2014 heeft een toezichthouder van de gemeente Peel en Maas een bezoek gebracht aan het café en heeft hij daarna per e-mail aan [geïntimeerde] en [appellant sr.] meegedeeld dat de wc-indeling van het cafégedeelte niet akkoord is bevonden. De toezichthouder merkt daarbij op dat in 2009 een eerdere controle werd uitgevoerd, dat toen werd aangegeven een ruimte als privé in te richten, dat dit niet het geval blijkt te zijn, dat de feitelijke situatie die oplossing niet meer toelaat en derhalve de indeling aangepast dient te worden. Voorts deelt de toezichthouder mee dat de rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting van het cafégedeelte en de zaal niet akkoord zijn bevonden.
Bij brief van 25 april 2014 heeft [appellant sr.] [
appellant sub 1] aan [geïntimeerde] meegedeeld dat [geïntimeerde] als huurder dient zorg te dragen voor de aanpassingen in het café, maar dat hij bereid is om mee te denken en mee te werken aan een oplossing zodat aan [geïntimeerde] op korte termijn een vergunning zal worden verleend om het café te kunnen exploiteren. [appellant sr.] heeft voorgesteld om op 30 april 2014 in het café te overleggen.
Op 3 mei 2014 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden in het café. [geïntimeerde] heeft zich laten vertegenwoordigen door de heer [bouwkundig adviseur] , bouwkundig adviseur. Partijen hebben geen regeling kunnen treffen.
Op 12 mei 2014 heeft een overleg plaatsgevonden in het gemeentehuis Peel en Maas tussen [geïntimeerde] , bijgestaan door de heer [bouwkundig adviseur] , en medewerkers van de gemeente Peel en Maas. Aanleiding voor dat overleg was de aanvraag van [geïntimeerde] voor het verlenen van de Drank- en Horecawetvergunning. Tijdens dat overleg is door de gemeente onder andere aangegeven dat de vergunning niet verleend kan worden omdat de wc-indeling niet voldoet aan de inrichtingsvereisten en de mechanische ventilatie van het cafégedeelte en de zaal niet aan de vereisten voldoet. Verder heeft de gemeente opgemerkt dat signalen zijn ontvangen dat tevens cateringactiviteiten ontplooid zouden worden vanuit de keuken van het café en in geval dit daadwerkelijk zo is, hiervoor een nieuwe melding Wet Milieubeheer moet worden ingediend en een vetafscheider in de keuken geplaatst moet worden alsmede dat een afvoerpijp moet worden geplaatst ten behoeve van de afzuiginstallatie.
Per e-mail van 26 mei 2014 heeft [geïntimeerde] aan [appellant sr.] ten behoeve van de aanvraag Drank- en Horecavergunning een aantal stukken opgevraagd, waaronder een rapport akoestisch onderzoek.
Bij brief van 23 juni 2014 heeft de gemeente Peel en Maas aan [geïntimeerde] meegedeeld, onder andere, dat binnen een termijn van 3 maanden een akoestisch onderzoek moet zijn ingediend.
Op verzoek van de gemeente Peel en Maas heeft een medewerker van de brandweer een controle brandveilig gebruik uitgevoerd in het cafégedeelte en de zaal en is geconstateerd dat op de zolder en de berging achter de beugelbaan sprake is van open lasdozen met losse bedrading en losse stekkerdozen en dat de afvoerkanalen van de op de zolder aanwezige cv-ketels zijn gemonteerd door middel van aluminiumtape en derhalve niet volgens voorschrift zijn geïnstalleerd.
Per e-mail van 14 juli 2014 heeft [geïntimeerde] aan [appellant sr.] verzocht om nog een aantal ontbrekende stukken af te geven en de geconstateerde gebreken te herstellen.
Bij brief van 24 juli 2014 heeft [appellant sr.] aan [geïntimeerde] meegedeeld dat sprake is van een achterstand in de betalingen van in totaal € 15.625,= ter zake van huur en aflossing inventaris en heeft [appellant sr.] aangeboden de huurovereenkomst per 1 augustus 2014 te ontbinden onder betaling door [geïntimeerde] van een bedrag van € 5.000,= en teruggave van de caféinventaris.
Op 26 september 2014 heeft [geïntimeerde] het café met inventaris aan [appellant sr.] opgeleverd en heeft [geïntimeerde] de sleutels ingeleverd.