Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2010 tot en met 4 oktober 2011, althans in of omstreeks de periode van 1 april 2011 tot en met 4 oktober 2011, in elk geval in of omstreeks de periode van 3 oktober 2011 tot en met 4 oktober 2011 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) een of meer hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval (telkens) een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende (telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (productie synthetische drugs);
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2011 tot en met 4 oktober 2011 te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
hij op of omstreeks 3 oktober 2011 en/of 4 oktober 2011 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 330 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
gesteld, maar hooguit het eerdere ter beschikking stellen van dat bedrijfspand niet heeft beëindigd (hij was immers de hoofdhuurder), is het hof van oordeel dat niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte het voor medeplichtigheid vereiste opzet had op het grondfeit, te weten – kort gezegd – het handelen in strijd met artikel 10a van de Opiumwet. Daarom zal verdachte tevens worden vrijgesproken van het onder 2. subsidiair ten laste gelegde.
opzettelijkhandelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, alsmede van het medeplegen van handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, nu voor medeplegen een bewuste samenwerking en opzet op het grondfeit aanwezig dienen te zijn.
hij op 3 oktober 2011 en/of 4 oktober 2011 te Tilburg aanwezig heeft gehad 330 gram van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.