In deze zaak vorderde Enexis B.V. schadevergoeding van een energieafnemer wegens niet geregistreerd energieverbruik over een periode van meer dan vijf jaar. De energieafnemer, aangeduid als [geïntimeerde], was niet in staat om tegenbewijs te leveren tegen de stelling van Enexis dat er sprake was van niet geregistreerd verbruik. De zaak begon met een hoger beroep tegen vonnissen van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, die eerder had geoordeeld dat Enexis niet was geslaagd in haar bewijsopdracht. Het hof oordeelde dat Enexis in beginsel had voldaan aan haar stelplicht door aan te tonen dat het geregistreerde verbruik in de periode van 22 maart 2005 tot en met 22 oktober 2010 aanzienlijk lager was dan normaal te verwachten gebruik. Het hof liet [geïntimeerde] toe tot het leveren van tegenbewijs over het lagere verbruik, waarbij het hof de mogelijkheid openhield dat de energieafnemer in de betreffende periode op reis was. De zaak werd aangehouden in afwachting van bewijslevering.