ECLI:NL:GHSHE:2016:899
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- A.J. Coster
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling op basis van onvoldoende goeder trouw van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Oost-Brabant om de schuldsaneringsregeling toe te passen voor de appellant. De appellant had verzocht om toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen op grond van artikel 288 lid 1 aanhef en sub b van de Faillissementswet. De rechtbank oordeelde dat de appellant niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. De appellant had een totale schuldenlast van € 18.732,69, waaronder aanzienlijke schulden aan de Belastingdienst en het CJIB. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en vastgesteld dat de appellant niet in staat was om voldoende inzicht te geven in zijn financiële situatie en het ontstaan van zijn schulden. Het hof heeft geconcludeerd dat de appellant niet aan de vereisten voldeed voor toelating tot de schuldsaneringsregeling en heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en de noodzaak voor schuldenaren om hun financiële situatie adequaat te onderbouwen.