ECLI:NL:GHSHE:2016:781
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- C.D.M. Lamers
- H. van Winkel
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag over minderjarigen in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de vader over zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, betwistte de beslissing van de rechtbank dat zijn opvoedingsvaardigheden onvoldoende waren en dat de kinderen in hun ontwikkeling ernstig werden bedreigd. De kinderen stonden sinds 23 oktober 2012 onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant (GI) en waren eerder uithuisgeplaatst. De vader voerde aan dat hij wel degelijk over de benodigde pedagogische vaardigheden beschikte en dat de kinderen bij hem wilden wonen.
De GI en de Raad voor de Kinderbescherming stelden echter dat de vader niet in staat was om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen. Het hof oordeelde dat de vader onvoldoende inzicht had in de situatie van de kinderen en dat de huidige pleegouders hen een veilig en stabiel opvoedingsklimaat boden. Het hof concludeerde dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig werd bedreigd en dat de vader niet in staat was om binnen een aanvaardbare termijn de benodigde zorg te bieden. De bestreden beschikking van de rechtbank werd dan ook bekrachtigd, waarbij het hof de belangen van de kinderen vooropstelde.