Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2965150 CV EXPL 14-4478)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
3speelde toen [appellante] in verzuim verkeerde om de huur te betalen en dat hij de woning toen direct weer aan [appellante] ter beschikking heeft gesteld. Verder voert [geïntimeerde] aan dat artikel 16 van de toepasselijke algemene voorwaarden (de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimte, ROZ 2003) in de weg staat aan opschorting, korting aftrek of verrekening. Deze bepaling maakt een uitzondering voor artikel 7:206 lid 3 BW inzake herstellingen die de verhuurder moet uitvoeren, maar daarop heeft [appellante] geen beroep gedaan, aldus [geïntimeerde] .
5.De uitspraak
- veroordeelt [appellante] om aan [geïntimeerde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 2.434,22 zijnde de huurachterstand per 1 april 2015;
- ontbindt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst betreffende de woning, staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] met ingang van de datum van dit arrest;
- veroordeelt [appellante] om binnen vier weken na betekening van dit arrest de woning staande en gelegen te [plaats] aan de [adres] met medeneming van de hare en de haren te ontruimen en te verlaten, in goede staat aan [geïntimeerde] op te leveren en de sleutels aan [geïntimeerde] te overhandigen;
- veroordeelt [appellante] , indien en voor zover zij over de periode vanaf 1 mei 2015 tot heden de door haar verschuldigde bedragen van € 910,= per maand niet mocht hebben betaald, om aan [geïntimeerde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen hetgeen onbetaald is gelaten.
- veroordeelt [appellante] om aan [geïntimeerde] tegen behoorlijk bewijs van kwijting vóór of op de eerste dag van iedere maand te betalen de gebruiksvergoeding van € 910,= per maand inclusief € 35,= aan bijkomende leveringen en diensten, vanaf heden tot aan de ontruiming;