Door de deskundige Van Toorn is over de verdachte het volgende gerapporteerd:
‘
Bij betrokkene is sprake van gelaagde problematiek, waarbij psychiatrische stoornis, cognitieve beperkingen en persoonlijkheidsdynamiek elkaar wederzijds in negatieve zin beïnvloeden en versterken. Zo presenteert betrokkene zich als een afhankelijke, vriendelijke, sociale en aardige man. Op deze wijze tracht hij de steun en zorg te verkrijgen die hij, door zijn beperkte zelfredzaamheid, nodig heeft. Achter deze façade verbergt hij gevoelens van frustratie, machteloosheid en woede. Woede over het gebrek aan aandacht (de aandachtsbehoefte is immers onverzadigbaar), maar mogelijk ook woede om begrenzing die altijd ervaren wordt als een afwijzing. Zeker ook (onbewuste) machteloosheid en woede over de middelenafhankelijkheid, waaraan betrokkene geen weerstand kan bieden, maar waarmee hij de afkeuring van anderen over zich afroept, terwijl hij goedkeuring en steun nodig heeft om zich te kunnen handhaven. Betrokkene heeft nauwelijks contact met zijn emoties, omdat hij, door zijn sterke gerichtheid op anderen en zijn cognitieve beperking, nooit geleerd heeft om met eigen intrapsychische processen om te gaan. Hierdoor kunnen negatieve gevoelens, zoals woede en angst, onverwacht doorbreken en hem overspoelen.’
Aan de hand van deze bevindingen concludeert de deskundige Van Toorn vervolgens:
‘In het geval van betrokkene is het aannemelijk dat zijn verhuizing naar een zelfstandige woning de decompensatie, die uiteindelijk geleid heeft tot het ten laste gelegde, in gang heeft gezet. Als betrokkene halverwege 2013[het hof leest: 2011]
verhuist naar een zelfstandige woning vallen de structuur, verzorging en aandacht die hij zo sterk nodig heeft, weg. Het is aannemelijk dat hij door de daaruit voortvloeiende spanningen al enigszins uit zijn evenwicht geraakt is en meer is gaan drinken. Korte tijd later wordt betrokkene opgenomen in het ziekenhuis in verband met een klaplong. Hij wordt hier nog angstiger van en de spanningen lopen op. Er wordt dan ook een toename van hypochondrische klachten en claimend gedrag gezien, het psychisch evenwicht raakt in toenemende mate verstoord, het misbruik van alcohol en de zucht naar dempende medicatie (benzodiazepines) nemen steeds verder toe. In verband met chronische rugpijnen krijgt hij morfine voorgeschreven maar de combinatie van benzodiazepines, morfine en grote hoeveelheden alcohol leiden tot een verhoogde hartslag, waardoor de hypochondrische angsten oplopen. Hierdoor komt betrokkene in een vicieuze cirkel terecht van oplopende spanningen, toenemend alcoholgebruik, medicatie- en morfinegebruik, toenemende somatische klachten, toenemende spanningen enzovoorts. (…) Progressief raakte betrokkene steeds meer uit zijn evenwicht en kwamen overmatige emotionaliteit en stemmingsschommelingen steeds meer op de voorgrond te staan. Betrokkene kreeg gedachten aan suïcide en maakte een (theatrale) suïcidale geste. Hij werd steeds onrustiger, sprak over psychotische klachten en er zijn enige aanwijzingen voor druk/maniform gedrag. Betrokkene begon te praten over “mensen vermoorden”. (…)
In de dagen voorafgaande aan het ten laste gelegde nam niet alleen het alcoholgebruik toe, maar gebruikte betrokkene ook steeds grotere hoeveelheden morfine. Hierdoor kwam het psychisch evenwicht steeds meer onder druk te staan en nam de kwetsbaarheid voor psychotische overschrijdingen toe. Er zijn ook aanwijzingen voor een verlaagde frustratietolerantie. Als de huisartsenpost hem bijvoorbeeld niet snel genoeg helpt verbreekt hij eenzijdig de verbinding en in het weekend voorafgaand aan het ten laste gelegde zou hij ‘door het lint’ zijn gegaan. Hij tracht nog een opname af te dwingen en zegt het gevoel te hebben dat het niet goed ging., (…) Een dag later gaat betrokkene over tot het ten laste gelegde.’