ECLI:NL:GHSHE:2016:669
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag over een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.H.A. Julicher, had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 13 augustus 2015 aangevochten, waarin haar gezag over het kind was beëindigd en de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (de GI) was benoemd tot voogdes. De moeder was van mening dat de GI niet in het belang van haar en haar kind handelde en dat zij in staat was om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van haar kind te dragen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 januari 2016 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. De moeder betoogde dat er perspectief was voor haar kind om bij haar op te groeien, terwijl de GI en de raad de beëindiging van het gezag in het belang van het kind adviseerden. Het hof heeft de wettelijke maatstaf voor de beëindiging van het ouderlijk gezag beoordeeld en geconcludeerd dat het kind in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van het kind voorop staat. De beslissing benadrukt dat, hoewel de moeder geen gezag meer heeft, zij als moeder belangrijk blijft voor het kind. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier is verzocht om een afschrift van de uitspraak toe te zenden aan de rechtbank Oost-Brabant voor het centraal gezagsregister.