Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het procesverloop
- Vrijdag 29 januari in de ochtend
- Maandag 1 februari
- Dinsdag 2 februari
- Donderdag 4 februari
- Vrijdag 5 februari
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 februari 2016 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van de man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.M.J. Graus. De man verzocht om verwijzing naar een ander hof en heeft tevens een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren mrs. C.A.R.M. van Leuven, M.C. Bijleveld-van der Slikke en H.M.M. Hompus. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot verwijzing naar een ander hof is afgewezen, omdat er geen objectieve redenen zijn voor de vrees van de man dat de betrokken rechters niet onpartijdig zouden zijn. De wrakingskamer heeft ook geoordeeld dat de afwijzing van het verzoek om verwijzing door de behandelende kamer niet onbegrijpelijk was en dat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters. Het verzoek tot wraking is deels niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige afgewezen. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.