ECLI:NL:GHSHE:2016:5913

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 juli 2016
Publicatiedatum
16 februari 2017
Zaaknummer
200 183 171_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van wisselbepaling van artikel 69 Rv in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep ingesteld door [appellante] tegen de beschikkingen van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, gedateerd 24 december 2014 en 23 september 2015. De zaak betreft een geschil over de eigendomsgrenzen van twee percelen en de vordering van [appellante] tot ontruiming van een stuk grond onder verbeurte van een dwangsom. De kantonrechter had de uitspraken aangeduid als 'beschikkingen', wat het hof bevestigt als een legitieme keuze, gezien de aard van de procedure.

Het hof overweegt dat [appellante] ten onrechte hoger beroep heeft ingesteld via een beroepschrift in plaats van een appeldagvaarding, zoals vereist voor dagvaardingsprocedures. Dit leidt tot de conclusie dat de zaak moet worden verwezen naar een kamer van het hof die belast is met de behandeling van dagvaardingsprocedures. Het hof heeft partijen op de hoogte gesteld van het voornemen om de wisselbepaling van artikel 69 Rv toe te passen, en partijen hebben aangegeven niet ter mondelinge behandeling te verschijnen.

De uitspraak van het hof op 21 juli 2016 houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol voor beraad partijen, met de instructie dat de procedure volgens de regels van de dagvaardingsprocedure zal worden voortgezet. Het hof houdt verdere beslissingen aan, wat de voortgang van de zaak betreft.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
Zaaknummer: 200.183.171/01
Uitspraakdatum: 21 juli 2016
in de zaak van
[appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: [appellante] ,
advocaat: mr. H.H.G. Theunissen te Roermond,
tegen:
[geïntimeerde 1],
en
[geïntimeerde 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
verweerders,
hierna te noemen: [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ,
advocaat: mr. P.J.H.C. Glenz te Landgraaf,
op het hoger beroep van de door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 24 december 2014 en 23 september 2015 gewezen beschikkingen ex art. 96 Rv tussen [appellante] enerzijds en [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] anderzijds.

1.Het geding in eerste aanleg ( zaaknummer: 3107697 OV VERZ 14-108)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde beschikkingen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 22 december 2015, heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen voormelde beschikkingen.
[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben een verweerschrift ingediend (ingekomen ter griffie op 16 februari 2016).
2.2.
Het hof overweegt dat [appellante] ten onrechte bij beroepschrift hoger beroep heeft ingesteld. De inzet van de procedure in eerste aanleg was de verkrijging van - zakelijk weergegeven - een verklaring voor recht over de eigendomsgrenzen van twee percelen. Tevens vordert [appellante] kort gezegd ontruiming van een stuk grond op verbeurte van een dwangsom. Partijen hebben deze, in beginsel niet-kanton dagvaardingszaak, op de voet van art. 96 Rv ter behandeling en beoordeling aan de kantonrechter voorgelegd.
De kantonrechter heeft zijn uitspraken niet aangeduid als “vonnissen”, maar als “beschikkingen”. Het hof overweegt dat dit de kantonrechter geheel vrijstond nu ingevolge het bepaalde van het in Boek 1, Titel II
De dagvaardingsprocedure in eerste aanleggeplaatste art. 96 Rv het geding wordt gevoerd op de wijze als door de kantonrechter bepaald. Dit betekent overigens niet dat de zaak voor het aanwenden van hoger beroep niet langer meer als dagvaardingszaak heeft te gelden. In het kader van het gesloten stelsel van de verzoekschriftprocedure moeten (alleen) met een verzoekschrift worden ingeleid de zaken waarvan dit uit de wet voortvloeit. Uit de wet vloeit niet voort dat de vorderingen van [appellante] met een verzoekschrift moeten worden ingeleid zodat onderhavige zaak een dagvaardingszaak betreft (art. 78 lid 1 jº 261 Rv). Weliswaar maakt art. 96 Rv voor de procedure in eerste aanleg hierop een uitzondering, maar die uitzondering werkt niet door in hoger beroep. Dat betekent dat [appellante] het hoger beroep ten onrechte met een beroepschrift heeft ingediend in plaats van met een appeldagvaarding.
2.3
Gelet op het bepaalde in artikel 69 lid 2 Rv, dient het hof de zaak te verwijzen naar een kamer van dit hof die belast is met de behandeling van dagvaardingsprocedures met bevel dat de procedure volgens de regels van de dagvaardingsprocedure zal worden voortgezet in de stand waarin zij zich bevindt. Nu verweerders reeds zijn opgeroepen en ook in de verzoekschriftprocedure zijn verschenen en een verweerschrift hebben ingediend, kan hun oproeping bij exploot achterwege blijven.
Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen. Aangezien inmiddels een beroepschrift en een verweerschrift is ingediend zal het hof de zaak op de rol plaatsen voor beraad partijen.
2.4
Het hof heeft daags voor de geplande mondelinge behandeling van het beroepschrift op 20 juli 2016 partijen op de hoogte gesteld van het voornemen om de wisselbepaling van art. 69 Rv toe te passen. Partijen hebben zich telefonisch aan het oordeel van het hof gerefereerd en aangegeven dat zij niet ter mondelinge behandeling zouden verschijnen.

3.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 16 augustus 2016 opdat een kamer van dit hof die belast is met de behandeling van dagvaardingsprocedures de zaak in behandeling zal nemen en beveelt dat de procedure met inachtneming van de regels van de dagvaardingsprocedure wordt voortgezet;
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen te staan voor beraad partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, L.Th.L.G. Pellis en A.J. Coster en uitgesproken op 21 juli 2016.