ECLI:NL:GHSHE:2016:5685
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- J.P.F. Rijken
- H. Eijsenga
- J.M. Reijntjes
- Rechtspraak.nl
Beklag ex art. 12 Sv tegen niet vervolgen van officier van justitie en leden WOD-team
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikelen 12 en 13 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, die aangifte had gedaan van bedreiging door onbekende personen. Klager, bijgestaan door zijn advocaat mr. M.J. van Essen, verzocht het gerechtshof om de vervolging van verschillende beklaagden te bevelen, waaronder een officier van justitie en leden van het WOD-team. De officier van justitie had eerder besloten om niet tot vervolging over te gaan, omdat er geen sprake zou zijn van een strafbaar feit. Klager was het hier niet mee eens en diende een klaagschrift in bij het hof.
Het hof heeft de zaak behandeld in raadkamer, waarbij klager en zijn advocaat aanwezig waren. De advocaat-generaal adviseerde om het beklag af te wijzen. Tijdens de behandeling zijn de beklaagden gehoord, waaronder politiële informanten die betrokken waren bij de zaak. Klager had verklaard dat hij bedreigd was door twee mannen die hem geld vroegen in ruil voor informatie over een misdrijf. De beklaagden ontkenden echter dat zij bedreigende bewoordingen hadden gebruikt.
Het hof oordeelde dat de werkwijze van het WOD-team op het grensvlak van strafbaar handelen lag, maar dat er onvoldoende bewijs was dat de beklaagden de grenzen van hun opdracht hadden overschreden. Het hof wees het beklag af, zowel tegen de officier van justitie als tegen de leden van het WOD-team. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De beschikking werd op 30 december 2016 gegeven.