Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
V.O.F. Autorijschool en Taxibedrijf [V.O.F. Autorijschool en Taxibedrijf] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[saniet 1] (voorheen h.o.d.n.
Taxicentrale [vestigingsnaam] V.O.F)en
[saniet 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/295386/HAZA 15-453)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven (met 12 producties);
- de memorie van antwoord;
- de pleitnota’s van de schriftelijke pleidooien van beide partijen (voor wat betreft [appellanten c.s.] met drie producties, de producties 13, 14 en 15);
3.De beoordeling
- het recht te concluderen van eis tot verificatie conform het bepaalde in art. 133 lid 4 Rv en art. 1.7 van het Landelijk procesreglement civiele dagvaardingszaken bij rechtbanken (Lpr) is vervallen omdat die proceshandeling niet binnen de daarvoor gestelde termijn (26 augustus 2015) is verricht en geen uitstel kon worden verleend omdat de advocaat van [appellanten c.s.] daartoe geen verzoek had gedaan;