Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01/256074 HAZA 12 -1036)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met 17 grieven en 55 producties, tevens houdende eisvermeerdering;
- de akte rectificatie met drie producties;
- de memorie van antwoord met 12 producties;
- de aantekeningen van het pleidooi van 20 oktober 2014, de door beide partijen overgelegde pleitnotities en de door [appellante] bij die gelegenheid overgelegde producties 56 tot en met 64 en het stuk dat productie 25 vervangt.
3.De beoordeling
De door [appellante] gegeven interpretatie van de cijfers omtrent daadwerkelijke incidenten doen - wat er verder zij van de gemaakte vergelijking zonder enig inzicht in de aard van de incidenten en de vraag of het op zichzelf staande incidenten of repeterende meldingenbetreft, zoals Area heeft gesteld - aan het voorgaande niet af. Hetzelfde geldt voor het door [appellante] gememoreerde incident in [plaats] , waarbij voorts als een feit van algemene bekendheid kan gelden dat incidenten met verwarde personen zich overal kunnen voordoen. Tenslotte gaat het niet om wat zich uiteindelijk in deze woonwijk heeft afgespeeld (of niet) en evenmin om vooroordelen die al dan niet bevestigd (zouden) zijn maar om hetgeen Area realiter mocht verwachten ten tijde van het sluiten van de verkoopovereenkomst met [appellante] .