6.1.In dit hoger beroep kan – voor zover nu nog relevant - worden uitgegaan van de volgende feiten.
op 10 januari 2012 heeft [appellant] van [geïntimeerde] een VW Transporter Combi gekocht.
op of omstreeks diezelfde datum zijn er tussen partijen afspraken gemaakt met betrekking tot een VW Golf cabrio met het kenteken [kenteken 1] (verder ook aan te duiden als “de cabrio”), welke afspraken er uiteindelijk toe zouden strekken dat die aan [appellant] of zijn schoonvader toebehorende cabrio door [geïntimeerde] in eigendom zou worden verworven.
Op 12 januari 2012 is een VW Transporter met het kenteken [kenteken 2] , VIN [Voertuig Identificatie Nummer 1] , kilometerstand 183235, na reparatie goedgekeurd voor de APK en is door Autobedrijf MB B.V. een keuringsbewijs afgegeven met een geldigheid tot 12 januari 2013.
Bij brief van 14 maart 2012 heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) aan de schoonvader van [appellant] (de heer [schoonvader van appellant] , verder te noemen [schoonvader van appellant] , de kentekenhouder van de VW Transporter) laten weten het kenteken ongeldig te hebben verklaard.
Op 19 maart 2012 heeft [appellant] een blauwe Volkswagen Transporter, kenteken [kenteken 2] overgedragen aan verbalisant [verbalisant] van de politie, basiseenheid Heerlen, ten behoeve van een onderzoek naar de identiteit van dit voertuig.
Blijkens een proces-verbaal van genoemde [verbalisant] d.d. 27 maart 2012 is het kentekenbewijs van de Volkswagen Transporter met het kenteken [kenteken 2] en het VIN [Voertuig Identificatie Nummer 1] ingevorderd, omdat het voertuig van diefstal afkomstig bleek te zijn.
Blijkens een schrijven van de politie, eenheid Limburg, district Parkstad-Limburg d.d. 2 mei 2015 is bij een onderzoek naar de voertuigidentiteit van de cabrio met het kenteken [kenteken 1] gebleken dat het VIN van dit voertuig meermaals was “overgeslagen”. Om die reden is dit voertuig door de Officier van Justitie ter vernietiging onttrokken aan het verkeer.
Op 30 mei 2012 is een steen gegooid door de ruit van de woning van [appellant] in Duitsland. In hoger beroep is niet gegriefd tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] dit heeft gedaan en dat hij aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade.
Bij brief van 4 juni 2012 heeft de advocaat van [appellant] aan [geïntimeerde] laten weten dat [appellant] de koopovereenkomst betreffende de VW Transporter wilde ontbinden wegens een tekortschieten in de nakoming van die overeenkomst. [appellant] heeft bij die gelegenheid aanspraak gemaakt op teruggave van de overgedragen cabrio en terugbetaling van een bedrag van € 1.500,=.
6.2.1.In de onderhavige procedure heeft [appellant] in eerste aanleg in conventie in hoofdzaak (en zakelijk weergegeven) een verklaring voor recht gevorderd, primair dat de koopover-eenkomst betreffende de VW Transporter is ontbonden, subsidiair dat [geïntimeerde] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van die overeenkomst en meer subsidiair dat [geïntimeerde] jegens [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld, telkens met veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 1.500,= en teruggave van de cabrio, alles vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten als vermeld in de dagvaarding in eerste aanleg.
Aan deze vordering heeft [appellant] , kort samengevat, ten grondslag gelegd dat hij op 10 januari 2012 een blauwe VW Transporter heeft gekocht van [geïntimeerde] voor een bedrag van € 8.500,=. Betaling heeft deels plaatsgevonden: door inruil van de cabrio (met een waarde van € 4.500,=) en betaling van het restant in acht maandelijkse termijnen van € 500,=, waarvan [appellant] er drie contant heeft voldaan. Na ontbinding van de koopovereenkomst bij brief van 4 juni 2012 zijn ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan op grond waarvan [geïntimeerde] de cabrio moet teruggeven en de betaalde € 1.500,= aan [appellant] moet terugbetalen.
6.2.2.[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg in conventie tot verweer aangevoerd dat hij helemaal geen blauwe VW Transporter aan [appellant] heeft verkocht, onder meer tegen inruil van een VW Cabrio, maar dat hij op 10 januari 2012 een witte VW Transporter met het kenteken [kenteken 2] aan [appellant] heeft verkocht voor een bedrag van € 2.796,50 inclusief btw. Het betrof een schade-auto met een gedeukte voorzijde en zonder motorblok. Vermoedelijk, aldus [geïntimeerde] , heeft [appellant] de voertuiggegevens en het kenteken van deze VW Transporter gebruikt om een gestolen VW Transporter om te katten.
6.2.3.In reconventie heeft [geïntimeerde] – zakelijk weergegeven - de afgifte gevorderd van een VW Golf cabrio. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij op 30 november 2011 van [schoonvader van appellant] (als vertegenwoordiger van [appellant] ) de VW-cabrio met het kenteken [kenteken 1] heeft gekocht voor € 1.250,=. Gedurende de winterperiode zou deze auto bij [appellant] gestald blijven. [appellant] weigert de cabrio aan [geïntimeerde] af te geven.