ECLI:NL:GHSHE:2016:5589
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- L.Th.L.G. Pellis
- P.J.M. Bongaarts
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling op basis van niet te goeder trouw zijn en onvoldoende nakoming van verplichtingen
In deze zaak gaat het om de bekrachtiging van de weigering van de rechtbank Oost-Brabant om [appellant 1] en [appellante 2] toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank had geoordeeld dat de schuldenaars niet te goeder trouw waren geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoek om toelating. De schuldenaars hadden een totale schuldenlast van € 164.202,59, waaronder aanzienlijke schulden aan de belastingdienst en het pensioenfonds. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaars niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij zich aan de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zouden houden en dat zij zich zouden inspannen om baten voor de boedel te verwerven.
In hoger beroep hebben [appellant 1] en [appellante 2] hun standpunten herhaald en betoogd dat de schulden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het pensioenfonds niet te goeder trouw waren ontstaan. Het hof heeft echter geoordeeld dat de schuldenaars onvoldoende bewijs hebben geleverd van hun goede trouw en dat zij in strijd met het beginsel van paritas creditorum hebben gehandeld door familieleden voorrang te geven bij het aflossen van schulden. Het hof heeft vastgesteld dat de schuldenaars niet in staat waren om hun verplichtingen na te komen en dat er geen voldoende inspanning was om de schulden te voldoen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de verzoeken van de schuldenaars afgewezen.