3.1.In de r.o. 2.1. tot en met 2.3. heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Deze vaststelling is door partijen niet bestreden. De door de rechtbank vastgestelde feiten vormen daarom in hoger beroep het uitgangspunt. Voorts staan nog andere feiten tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de relevante feiten.
a. a) Tussen factormaatschappij IFN Finance B.V. (hierna: IFN) en [geïntimeerde] bestond een contractuele verhouding op basis waarvan [geïntimeerde] optrad als borg voor de schulden aan IFN van een tweetal aan hem gelieerde vennootschappen, te weten:
[geïntimeerde] Industries B.V. en Divendo B.V.
Eenzelfde relatie bestond tussen IFN en de zoon van [geïntimeerde] , [zoon van geintimeerde] (hierna: [zoon van geintimeerde] ), voor de schulden aan IFN van twee andere vennootschappen, te weten: Ambiente International B.V. en Ambiente Benelux B.V. (deze twee vennootschappen en de twee aan [geïntimeerde] gelieerde vennootschappen hierna te noemen: de vier vennootschappen).
[geïntimeerde] had zich borg gesteld voor een bedrag van maximaal € 25.000,- (exclusief rente en invorderingskosten). [zoon van geintimeerde] had zich borg gesteld voor een bedrag van maximaal € 75.000,- (exclusief rente en invorderingskosten).
b) IFN, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van IFN] (hierna: [vertegenwoordiger van IFN] ), en [geïntimeerde] hebben op 21 januari 2011 een bespreking gevoerd. Bij de bespreking waren ook aanwezig [zoon van geintimeerde] en de toenmalige advocaat van [geïntimeerde] , mr. Begheijn.
c) Op 26 januari 2011 heeft mr. Begheijn, een brief gestuurd aan [vertegenwoordiger van IFN] . Deze brief luidt als volgt:
‘Geachte heer [vertegenwoordiger van IFN] ,
Naar aanleiding van onze bespreking waarbij aanwezig waren de heer [geïntimeerde] de heer [zoon van geintimeerde] u en ondergetekende bericht ik u als volgt.
Met dit schrijven bevestig ik u wat wij met elkaar hebben afgesproken.
de heer [geïntimeerde] betaalt maandelijks minimaal € 1.500,00;
indien er meer financiële ruimte ontstaat dan betaalt de heer J. [geïntimeerde] meer;
de heer [geïntimeerde] kenmerkt voor welke borg hij betaalt;
borgen worden bij betaling van [het, hof] minimale bedrag niet aangesproken;
er worden geen extra zekerheden verlangd;
IFN verstrekt 1 x in de 6 maanden een overzicht;
er wordt door IFN geen rente of kosten in rekening gebracht;
al het verdere contact loopt via cliënt en de heer [vertegenwoordiger van IFN] ;
de heer [geïntimeerde] meldt aan u tijdig indien hij niet in staat is om de maandelijkse € 1.500,00 aan u te voldoen;
na 12 maanden wordt geëvalueerd, voor het eerst januari 2012;
de heer [geïntimeerde] betaalt voor het eerst in januari 2011.
Indien ik niets van u verneem dan ga ik er van uit dat dit een goede weergave van het besprokene betreft.’
d) Op 9 februari 2011 heeft mw. [medewerkster van IFN] namens IFN een brief gestuurd aan mr. Begheijn. Deze brief luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘Graag willen wij ter vermijding van enig misverstand hetgeen dat op 21 januari 2011 te [plaats] in aanwezigheid van uw cliënten is besproken vanuit onze invalshoek bevestigen.
de heer [geïntimeerde] Sr maakt met ingang van januari 2011 maandelijks minimaal een bedrag ad EUR 1.500 over aan IFN inzake inlossing hoofdsom ad EUR 104.500
Indien financieel mogelijk lost uw cliënt de heer [geïntimeerde] Sr een hoger bedrag in.
Uw cliënten, beiden borg, worden bij het nakomen van de gemaakte afspraken niet aangesproken.
Wij bedingen geen extra zekerheden bij het nakomen van de gemaakte afspraken.
De hoofdsom ad EUR 104.500 zal bij het stipt nakomen van de afspraken niet worden verhoogd met lopende rente en kosten.
Uw cliënt de heer [geïntimeerde] Sr meldt tijdig indien hij niet in staat is de minimale termijn betaling ad EUR 1.500 te voldoen. Hij vult dan het tekort de maand daarna aan zodat hij weer bij is.
Wij verstrekken u eenmaal in de zes maanden een overzicht met daarop de door IFN ontvangen betalingen m.b.t. het inlossen van de hoofdsom ad EUR 104.500. (voor het eerst op 1 juli 2011) en zo vervolgens.
In januari 2012 volgt een evaluatie van de afgelopen 12 maanden.
Wij merken op dat wij alle door ons ontvangen betalingen van uw cliënten op de hoofdsom ad EUR 104.500 in mindering zullen brengen en derhalve geen uitsplitsing per borg zullen administreren.
(…)’
e) [geïntimeerde] heeft in februari, maart en mei 2011 steeds € 1.500,- betaald aan IFN.
f) Op 2 mei 2011 heeft [geïntimeerde] een e-mail verstuurd aan [vertegenwoordiger van IFN] . De e-mail luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘Tot mijn grote spijt ben ik op dit moment niet in de gelegenheid de maandelijkse betalingen te doen, de processen tegen Ambiente Europe B.V. komen maar niet tot een vonnis (…), een en ander houdt in dat door mij betaald moet worden vanuit mijn pensioen, wat zeker geen vetpot is. Eind mei komen er verschillende andere uitkeringen vrij, van deze uitkeringen zal ik dan mijn achterstand in de maandelijkse betalingen aan IFN voldoen. Hartelijk dank voor het begrip.’
g) Op 10 februari 2012 heeft [vertegenwoordiger van IFN] namens IFN een brief gestuurd aan mr. Begheijn. De brief luidt, voor zover van belang, als volgt:
‘Wij hebben (…) na vele gesprekken in januari 2011 een definitieve regeling met de heer
[geïntimeerde] sr. getroffen, op grond waarvan de heer [geïntimeerde] sr. een bedrag van EUR 104.500 aan IFN zou betalen in maandelijkse termijnen van EUR 1.500, te beginnen in januari 2011.
(…)Voorbehouden of iets wat daarop lijkt zijn voor alle duidelijkheid noch door de heer [geïntimeerde] sr. noch door ons gemaakt.
(…)Aan genoemde regeling is ook volkomen begrijpelijk en terecht door de heer [geïntimeerde] sr. conform uitvoering gegeven.Wij ontvingen immers op 1 februari en op 9 maart en 31 mei 2011 de overeengekomen termijn betaling.
Vervolgens is een betalingsachterstand ontstaan.
(…)In ieder geval bedraagt de bestaande achterstand per heden EUR 15.000.(…)Het is ons (…) volstrekt onduidelijk waarom de heer [geïntimeerde] sr. nu denkt op die getroffen regeling met succes terug te kunnen komen (…).Uw verzoeken om toelichting te verschaffen omtrent de administratieve al dan niet terechte kwesties die al of niet hebben gespeeld voordat wij de gemelde regeling hebben getroffen achten wij niet noodzakelijk.Met de hiervoor bedoelde regeling van januari 2011 hebben partijen immers bedoeld aan deze onduidelijkheden en het verschil van mening hierover definitief een einde te maken en te vervangen door de afspraak dat – ter finale kwijting – de heer [geïntimeerde] sr. een bedrag ad EUR 104.500 zal betalen.(…)Kortom: wij verzoeken de heer [geïntimeerde] sr. bij deze de bestaande opgetreden betalingsachterstand in te lossen door middel van overmaking van een bedrag van EUR 15.000 op onze bankrekening (…) welke wij uiterlijk op 17 februari 2012 goed geschreven wensen te zien.Mocht deze betaling uitblijven dan stellen wij de heer [geïntimeerde] sr. bij deze reeds nu voor alsdan in gebreke.
(…)’
h) IFN en Deutsche Bank Europe GmbH (hierna: DB Europe) zijn juridisch gefuseerd met ingang van 31 juli 2012. DB Europe was bij deze fusie de verkrijgende rechtspersoon en IFN de verdwijnende rechtspersoon.
i. i) De IFN-activiteiten binnen DB Europe zijn op 30 november 2012 afgesplitst naar Deutsche Bank.
3.2.1.Deutsche Bank heeft in eerste aanleg gevorderd:
primair: om [geïntimeerde] te veroordelen om aan IFN een bedrag van € 100.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 januari 2011 tot aan de dag van betaling,
subsidiair: om [geïntimeerde] te veroordelen om aan IFN een bedrag van € 37.500,- te betalen, alsmede om [geïntimeerde] te veroordelen tot aflossing van de restantschuld ad
€ 62.500,- in 41 maandelijkse termijnen van € 1.500,- en een tweeënveertigste termijn van
€ 1.000,-, aanvangend in mei 2012 en steeds opeisbaar op de vijftiende dag van de desbetreffende maand,
met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, met rente.
3.2.2.Deutsche Bank heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd, samengevat, (1) dat IFN en [geïntimeerde] in januari 2011 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, waarin [geïntimeerde] zich heeft verplicht om, tegen finale kwijting, € 104.500,- te betalen aan IFN, (2) dat [geïntimeerde] , ter aflossing van deze schuld, enkele in de vaststellings-overeenkomst neergelegde maandtermijnen (tot een totaalbedrag van € 4.500,-) heeft betaald, (3) dat [geïntimeerde] daarna zijn verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst niet langer is nagekomen en (4) dat Deutsche Bank onder algemene titel in de rechten van IFN is getreden, zodat (5) Deutsche Bank van [geïntimeerde] te vorderen heeft het (restant)bedrag van € 100.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2011.
3.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft tevens in (voorwaardelijke) reconventie gevorderd om Deutsche Bank te veroordelen:
1) om, op straffe van verbeurte van een dwangsom, aan [geïntimeerde] af te geven een overzicht van de schulden waarvoor [geïntimeerde] zich borg heeft gesteld, en
2) om aan [geïntimeerde] terug te betalen het bedrag dat [geïntimeerde] teveel heeft betaald, dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop de conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie is genomen, te weten: 24 juli 2013, tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.4.[geïntimeerde] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat Deutsche Bank, als rechtsopvolger van IFN, gehouden is om inzicht te verschaffen in de schulden waarvoor [geïntimeerde] zich borg heeft gesteld. Volgens [geïntimeerde] heeft hij daar recht op, omdat hij zich weliswaar borg heeft gesteld als directeur en enig aandeelhouder van [naar het hof begrijpt] [geïntimeerde] Industries B.V. en Divendo B.V., maar de mogelijkheid bestaat dat [geïntimeerde] als borg niet hoefde te betalen, omdat IFN geen vordering meer had op de beide bv’s. Volgens [geïntimeerde] bestaat daarnaast de mogelijkheid dat IFN van de beide bv’s en/of van de andere schuldenaren te veel heeft ontvangen, in welk geval [geïntimeerde] aanspraak heeft op terugbetaling van hetgeen hij als borg te veel heeft betaald, dit bedrag te vermeerderen met rente.