De heer [horeca aacountmanager bij Inbev sinds 2002] , horecea accountmanager bij Inbev sinds 2002, verklaarde ter gelegenheid van het (voorlopig) getuigenverhoor onder meer:
Wij kregen als InBev de gelegenheid het pand aan de [adres] in te huren. Als onderhuurder zou de firma [onderhuurder] er in komen. In [onderhuurder] waren de jongens van een danceclub genaamd [onderhuurder] actief. Zij hadden plannen om het pand te verbouwen en gingen van start. Ik bezocht de locatie vaker en op een bepaald moment zag ik dat er geen bouwactiviteiten meer plaatsvonden. Ik kreeg toen te horen dat de gemeente een bouwstop had opgelegd omdat er geen vergunning was aangevraagd. In het traject dat daarop volgde is na enige tijd de bouw weer herstart. [onderhuurder] deelde mij mee dat de situatie door de gemeente gedoogd werd. Voor mij was toen het probleem opgelost. Later vond er een wisseling van exploitanten plaats. [onderhuurder] maakte plaats voor de familie [familie] . Die vestigden ook een soort club in het pand genaamd Exotic. Na Exotic meldde zich de heer [appellant] .
Ik weet het jaar niet meer precies, maar rond die tijd van de bouwstop voor [onderhuurder] heb ik
contact opgenomen met de eigenaar van het pand, de heer [eigenaar] . Ik heb hem verteld over de
bouwstop. Ik heb hem toen ook verteld dat gebleken was dat er geen horecabestemming op
het pand rustte. Dat laatste feit verbaasde iedereen. Ik heb deze kwestie toen ook besproken
tijdens werkbesprekingen met mijn meerdere. Ik had tweewekelijks een werkbespreking,
waarbij de dagelijkse zaken en de bijzondere zaken werden besproken. In die
werkbesprekingen zijn de bouwstop en het probleem met de bestemming aan de orde
geweest. De naam van die leidinggevende kan ik niet meer noemen, omdat in die tijd er
wisselingen zijn geweest van leidinggevenden. Als er bouwkundige zaken aan de orde waren
bij zo’n werkbespreking werd ook een bouwkundige van InBev ingeschakeld. In dit geval
weet ik dat de bouwkundige [bouwkundige] bij zo’n bespreking is geweest in verband met het
pand aan de [adres] . Op enig moment kwam een document ter tafel. Toen bleek dat de
bestemming casino met ondersteunende horeca was. Op het moment dat [onderhuurder] door kon
gaan met de verbouwing was in mijn visie het probleem opgelost. De situatie werd gedoogd
door de gemeente. Ik heb zelf geen brief van de gemeente hierover gezien. De informatie heb
ik van de mensen van [onderhuurder] gekregen. Ik weet niet of de gemeente destijds de bestemming
heeft gewijzigd.
Toen [appellant] kwam had ik inmiddels een andere regio waarin ik werkte. Ik ben niet
betrokken geweest bij de komst van [appellant] als onderhuurder. Ik heb op de
achtergrond de collega die mijn gebied had overgenomen wel ondersteund. In mijn nieuwe
regio heb ik wel nog contact gehad met [appellant] , maar ik heb de kwestie van de
[adres] niet met hem besproken.