ECLI:NL:GHSHE:2016:5270
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep betreffende valsheid van verblijfsdocument
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens het in bezit hebben van een valse Spaanse verblijfskaart. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevraagd, en van de argumenten van de raadsman van de verdachte, die pleitte voor een voorwaardelijke straf. Het hof heeft het beroep van de verdachte verworpen en het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de kwalificatie van het bewezen verklaarde. Het hof heeft het bewezen verklaarde gekwalificeerd als het in bezit zijn van een vals reisdocument, zoals bedoeld in artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht. De raadsman had betoogd dat de tijd die de verdachte in vreemdelingenbewaring had doorgebracht, meegewogen moest worden in de strafoplegging, maar het hof oordeelde dat dit geen strafrechtelijk doel diende en dat een voorwaardelijke straf niet recht deed aan de ernst van het feit. Het hof heeft de kwalificatie van het bewezen verklaarde aangepast, maar het vonnis voor het overige bevestigd.