Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 26 mei 2015;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen op 7 juli 2015, waarbij geen minnelijke regeling van het geschil is bereikt, met drie foto’s en een akte van depot;
- de memorie van grieven van [appellant] van 29 september 2015 met producties;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het incidenteel appel van [Olie] van 8 december 2015 met producties;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel van [appellant] van 16 februari 2016;
- de akte van [Olie] van 29 maart 2016 met een productie;
- de antwoordakte van [appellant] van 26 april 2016.
6. De gronden van het hoger beroep
7.De verdere beoordeling
gerechtvaardigdvertrouwen. Andere omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken.
geenaanwijzingen zijn dat de installatie bij afgifte van het certificaat d.d. 29 juni 2011
nietvoldeed aan de BRL-K903 voorschriften waaraan deze moest voldoen.’ Volgens [appellant] zijn de conclusies van Kiwa onjuist en heeft hij zijn ongenoegen over de zijns inziens partijdige opstelling van Kiwa aan de directie van Kiwa kenbaar gemaakt. Feitelijke gegevens daarover en over het resultaat van zijn klacht over de afhandeling van zijn klacht heeft [appellant] in het geheel niet verstrekt, zodat de rapportage van Kiwa niet is achterhaald. Ook voor het overige is de feitelijke juistheid van deze - door [appellant] zelf in het geding gebrachte - rapportage onvoldoende gemotiveerd betwist.
- op de locatie waar de tank is geplaatst bedrijfsmatige activiteiten worden ontplooid;
- de omvang van de tank wijst op bedrijfsmatig gebruik en niet op privégebruik;
- in de offerte wordt verwezen naar de regelgeving die van toepassing is op
- vanuit de tank een leiding loopt naar een tankpunt bestemd voor voertuigen en machines van het bedrijf van [appellant] .