In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL tegen een geïntimeerde. De zaak is een vervolg op een eerder vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de huurovereenkomst tussen partijen ter discussie stond. Het hof heeft op 15 november 2016 een tussenuitspraak gedaan, waarbij het de partijen in de gelegenheid heeft gesteld om aanvullende informatie te verstrekken over de psychische gesteldheid van de geïntimeerde en de voortgang van een strafrechtelijke procedure tegen hem. De geïntimeerde heeft in zijn akte van 9 augustus 2016 rapportages overgelegd die betrekking hebben op zijn psychische toestand, evenals documenten met betrekking tot zijn strafzaak, waarin hij onder andere werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling en eenvoudige mishandeling. Het hof heeft vastgesteld dat de strafrechtelijke procedure heeft geleid tot een veroordeling voor eenvoudige mishandeling, met een voorwaardelijke taakstraf en een begeleidingsmaatregel. Het hof heeft besloten om de zaak aan te houden en de geïntimeerde de gelegenheid te geven om te reageren op de door Woonbedrijf ingediende feiten. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor verdere behandeling.