10.3.Indien de wederpartij geen gebruik maakt van zijn recht de overeenkomst te ontbinden en nakoming verlangt, zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij na afloop van de in 10.1 vermelde termijn van acht dagen voor elke sedertdien verstreken dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd zijn van drie pro mille van de koopprijs, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal. Indien de wederpartij na verloop van tijd de overeenkomst alsnog ontbindt dan zal deze boete verschuldigd zijn voor elke na afloop van de in 10.1 vermelde termijn van acht dagen verstreken dag tot aan de dag waarop de overeenkomst ontbonden is.
(…)Artikel 16 Ontbindende voorwaarden16.1Deze overeenkomst kan door koper worden ontbonden indien uiterlijk:
(…)b. opn.v.t.koper voor de financiering van de onroerende zaak voor een bedrag van €., zegge geen hypothecaire geldlening of het aanbod daartoe van een erkende geldverstrekkende instelling heeft verkregen.”In de koopakte is bij artikel 16.1 sub b ‘
n.v.t.’ doorgestreept en daarbij is met de hand geschreven de datum 10 december 2010. Boven het euroteken in artikel 16.1 sub b is met de hand geschreven € 550.000,--. In de kantlijn bij de tekst van artikel 16 lid 1 sub b is met de hand geschreven “22/11/2010”. Voorts zijn bij de tekst van artikel 16.1 sub b door [appellant] , [appellante] en [vertegenwoordiger van de makelaardij] parafen of handtekeningen gezet.
g. Op 1 augustus 2011 is de akte tot levering van de woning niet gepasseerd. Bij brief van 1 augustus 2011 (productie 12.3 akte [appellanten] d.d. 7 maart 2012) hebben [de eigenaren] [appellanten] gesommeerd om alsnog de verplichtingen uit de koopovereenkomst na te komen en de woning af te nemen.
h. Na daartoe op 17 augustus 2011 verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank hebben [de eigenaren] beslag doen leggen op onder meer onroerend goed van [appellanten]
i. Bij brief van 6 oktober 2011 (productie 8 akte [appellanten] d.d. 7 maart 2012) hebben [appellanten] onder meer aan [de eigenaren] meegedeeld dat zij de vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling inroepen en subsidiair dat zij de ontbindende voorwaarde ex artikel 16 van de koopovereenkomst, het financieringsvoorbehoud, inroepen.
j. Bij vonnis in kort geding van 24 oktober 2011 (productie 16 akte [appellanten] d.d. 7 maart 2012) heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda de vordering van [eigenaresse woning] om [appellanten] te veroordelen tot nakoming van de afnameverplichting uit de koopovereenkomst alsmede tot betaling van een boete, afgewezen.
k. Bij brief van 15 november 2011 (niet overgelegd) hebben [de eigenaren] nogmaals ex art. 10 van de koopovereenkomst [appellanten] een termijn van 8 dagen gesteld om hun verplichtingen uit de koopovereenkomst na te komen en hebben zij, in geval van niet nakoming door [appellanten] , de koopovereenkomst per 24 november 2011 ontbonden.
l. Bij vonnis in incident van 25 januari 2012 heeft de rechtbank [appellanten] toegestaan de Makelaardij in vrijwaring op te roepen, hetgeen zij hebben gedaan.
m. De woning van [appellanten] aan [het adres 2] is nog niet verkocht.
n. In het door [eigenaresse woning] ingestelde hoger beroep in de hoofdzaak tegen [appellanten] met zaaknummer 200.152.774/01 heeft het hof op 16 februari 2016 en op 4 oktober 2016 telkens een tussenarrest gewezen, waarin bewijs is opgedragen.