Oliveira heeft in eerste aanleg en na wijziging eis, gevorderd dat de rechtbank, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. voor recht zal verklaren dat BMI en [geïntimeerde 2] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het niet nakomen door Central Buyers van de verplichtingen voortvloeiende uit het door de rechtbank Roermond gewezen vonnis d.d. 20 mei 2009, te weten betaling van de hoofdsom ad € 75.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 september 2000, althans vanaf 20 mei 2009, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, de proceskosten ad € 11.482,71 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2009, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening, en het niet voldoen aan de affinancieringsverplichting;
II. BMI c.s. hoofdelijk zal veroordelen, des de één betalend, de ander zal zijn bevrijd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen, binnen één maand na het ten dezen te wijzen vonnis, ter zake de vorderingen bestaande uit:
III. BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen om binnen een maand na betekening van het ten dezen te wijzen vonnis alle medewerking te verlenen tot het wijzigen van de begunstigde van de pensioenpolis zoals door eiser zal worden aangegeven, een en ander op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 2.500,- per dag voor iedere dag of een gedeelte van de dag dat BMI c.s. nadat voornoemde periode is verstreken in gebreke blijven aan het in dezen te wijzen vonnis te voldoen;
IV. primair
BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen om binnen een maand na betekening van het te wijzen vonnis alle rechten en verplichtingen, samenhangend met de pensioenpolis van [appellant] , over te dragen aan [appellant] , op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 2.500,- per dag voor iedere dag of een gedeelte van de dag dat BMI c.s. nadat voornoemde periode is verstreken in gebreke blijven aan het te wijzen vonnis te voldoen;
Subsidiair
BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen al datgene te doen dat in hun macht ligt en dat nodig is om de rechten en verplichtingen, samenhangend met de pensioenpolis van [appellant] , over te dragen aan [appellant] , op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 2.500,- per dag voor iedere dag of een gedeelte van de dag dat BMI c.s. in gebreke blijven aan het te wijzen vonnis te voldoen;
V. BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen, des de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen ter zake proceskosten € 11.482,71, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen, des de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen ter zake kosten voor het leggen van conservatoir beslag, een bedrag van € 1.747,74, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
VII. BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen, des de één betalend, de ander zal zijn bevrijd,
tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen € 3.025,- ter zake buitengerechtelijke
kosten, althans een zodanig bedrag zoals de rechtbank in goede justitie mag vermenen te
bepalen, nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot
aan de dag der algehele voldoening;
VIII. BMI c.s. hoofdelijk te veroordelen, des de één betalend, de ander zal zijn bevrijd in
de kosten van de procedure, inclusief de gevorderde nakosten, met uitdrukkelijke bepaling
dat BMI c.s. de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zullen zijn als zij de
proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis hebben
betaald. BMI c.s. hebben gemotiveerd verweer gevoerd.