ECLI:NL:GHSHE:2016:5085
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- C.N.M. Antens
- A.J. Coster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] tot toelating tot de wettelijke schuldsanering. Het hof verwijst naar het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 augustus 2016, waarin het verzoek van [appellant] was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk was dat [appellant] te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 2 november 2016 gehouden, waarbij [appellant] werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. R. Joosen.
Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] een totale schuldenlast van € 98.271,35 heeft, waaronder aanzienlijke schulden aan de Belastingdienst en andere crediteuren. Het hof oordeelt dat het verzoek tot toelating tot de schuldsanering niet kan worden toegewezen, omdat [appellant] niet heeft aangetoond dat hij te goeder trouw is geweest bij het ontstaan van zijn schulden. Het hof wijst erop dat de schulden zijn ontstaan door verwijtbaar gedrag van [appellant] en dat hij onvoldoende inspanningen heeft geleverd om zijn schulden te voldoen. Het hof concludeert dat [appellant] niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.
De uitspraak benadrukt het belang van voortvarendheid in faillissementsprocedures en de noodzaak voor schuldenaren om aan te tonen dat zij te goeder trouw zijn geweest in hun financiële handelen. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de hardheidsclausule toe te passen, aangezien [appellant] niet voldoende heeft aangetoond dat de omstandigheden die hebben geleid tot zijn schulden inmiddels onder controle zijn.