Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Het hof heeft, gelet op het aantal, de aard en de gedetailleerdheid van de klachten alsmede de reacties van [appellant] op de klachten, geen reden om te betwijfelen of de klachten reëel zijn. Zelfs als er enkele klachten niet op hem, maar op een andere chauffeur betrekking zouden hebben, zoals [appellant] heeft aangevoerd, dan blijft staan dat er onevenredig veel ernstige klachten over hem zijn ingediend. Het hof begrijpt dat een chauffeur onder (tijds)druk moet functioneren en dat stress kan leiden tot onaardige uitingen jegens passagiers, maar daarmee heeft iedere buschauffeur te maken, zodat dit niet verklaart waarom over [appellant] onevenredig veel klachten zijn ingediend.
“Inmiddels zijn er (…) drie nieuwe klachten binnengekomen op 20 februari, 21 februari en 19 maart. (…) Een dergelijke frequentie van klachten is onacceptabel. De aard van de klachten zegt iets over uw gedrag naar onze reizigers en baart ons grote zorgen. (…) met uw huidige manier van functioneren brengt u de organisatie schade toe. Uw reactie als wij u de binnengekomen klachten voorleggen, is telkens afwerend van aard. U laat nimmer zien dat u inzicht heeft wat uw gedrag bij anderen teweeg kan brengen.(…)
Om u inzicht te bieden in uw gedrag bieden wij een psychologische test aan vanuit assessmentbureau [assessmentbureau] . Het betreft hier een getoetste psychologische test speciaal ontwikkeld voor de functie van buschauffeur. Afhankelijk van de resultaten vanuit deze test zullen wij u een passend coachingtraject aanbieden door een extern bureau.”
Vervolgens heeft [appellant] de psychologische test ondergaan. De psycholoog heeft ontwikkelpunten genoemd en coaching voorgesteld. De ontwikkelpunten uit de psychologische test zijn tussen partijen besproken en [verweerster] heeft een coaching-traject aangeboden, waarvan [appellant] geen gebruik heeft gemaakt.
“(…) In totaal heeft u in 6 jaar tijd 31 klachten gegenereerd die allemaal iets te maken hebben met uw (rij)gedrag en taalgebruik. En in plaats van dat het aantal klachten in de loop van de jaren afneemt, zien we bij u elk jaar meer klachten (…)Meerdere keren hebben wij aangegeven dat uw gedrag moet veranderen en wij als dat niet gebeurt ons genoodzaakt zien verdergaande maatregelen te nemen (…)Ook hebben wij u meerdere malen hulp aangeboden. (…)U staat wat ons betreft echt op het randje (…). Wij geven u een echt allerlaatste kans met daarbij nadrukkelijk de voorwaarde dat wij het gehele jaar 2015 geen enkele klacht met betrekking tot uw gedrag en/of taalgebruik naar reizigers en/of collega’s en/of leidinggevenden ontvangen. Mocht er toch een klacht over uw gedrag bij ons binnenkomen, dan zullen wij onmiddellijk de procedure opstarten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen (…)”
‘het randje’ en
‘en/of.. en/of.. en/of’(zie het in 3.9.5 weergegeven citaat)
-blijkt duidelijk dat [verweerster] niets meer wenste te tolereren. Daarbij komt dat in die brief ook melding is gemaakt van het belang van veiligheid en van de mogelijkheid dat [verweerster] door reizigers aansprakelijk wordt gesteld voor letselschade. Er kon bij [appellant] dus geen twijfel bestaan over het feit dat hij een laatste kans had gekregen en dat bij niet goed functioneren zou worden gestreefd naar een einde van de arbeidsovereenkomst.