ECLI:NL:GHSHE:2016:4925
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.A.R.M. van Leuven
- E.L. Schaafsma-Beversluis
- A.E. van Solinge
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen vader en minderjarige na verzoek om onderzoek door de raad
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep betreffende een omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. I. Wudka, had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Colgecen-Senol, was de verweerster in deze zaak. De rechtbank had op 19 mei 2016 de raad verzocht om een onderzoek in te stellen naar de omgangsregeling, waarna het hof de zaak pro forma aanhield.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 april 2016 bleek dat er een toenadering had plaatsgevonden tussen de ouders. De minderjarige had aangegeven contact te willen met de vader, wat leidde tot een positieve ontwikkeling in de omgang tussen hen. De raad concludeerde dat de vader in staat was om op een positieve manier omgang te hebben met de minderjarige en dat deze omgang door beide ouders en de minderjarige zelf gewenst werd. De raad adviseerde om de omgang in begeleide vorm te laten plaatsvinden, waarbij de grootouders aan vaderszijde de begeleiding op zich zouden nemen.
Het hof heeft het advies van de raad gevolgd en besloot de eerdere beschikking van de rechtbank te vernietigen, met uitzondering van de proceskostencompensatie. De nieuwe omgangsregeling houdt in dat de minderjarige om de veertien dagen op zaterdagmiddag van 12:00 tot 18:00 uur bij de vader verblijft, vooralsnog onder begeleiding van de grootouders. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hof wees het meer of anders verzochte af. Deze uitspraak werd gedaan op 3 november 2016.