In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Transcargo B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in Roermond, waarin deze zich onbevoegd verklaarde om van de vordering kennis te nemen. Transcargo, een expediteur, had een lading van 180 lege metalen rekken laten vervoeren door Transinter S.A.S., een Franse vennootschap. Na een boete voor overbelading in België, weigerde Transcargo de kosten te vergoeden, wat leidde tot een retentierecht van Transinter. Transcargo vorderde in eerste aanleg de vrijgave van de lading en vergoeding van buitengerechtelijke kosten, maar de kantonrechter verklaarde zich onbevoegd op basis van de EEX-Verordening. Transcargo ging in hoger beroep, stellende dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van een stilzwijgende forumkeuze onder artikel 31 CMR. Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter inderdaad bevoegd is, omdat Transinter in eerste aanleg zonder bevoegdheidsverweer is verschenen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij de proceskosten worden gereserveerd tot de einduitspraak.