Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- de verdachte ter zake van moord zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] zal toewijzen tot een bedrag van
- bepleit dat de verdachte van de primair ten laste gelegde bestanddelen ‘met voorbedachten rade’ en ‘tezamen en in vereniging met een ander of anderen’ dient te worden vrijgesproken;
- zich gerefereerd aan bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde doodslag;
- met betrekking tot de op te leggen straf bepleit dat zal worden volstaan met oplegging van een gevangenisstraf van 8 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- zich met betrekking tot de beslissing op de vordering van de benadeelde partij gerefereerd aan het oordeel van het hof.
A.
B.
C.
Letsel A: rechts op de borst (inschot), door de ruimte tussen rib 5 en 6 aan de voorzijde, beschadiging van deze ribben, door het middenrif, door de rechterleverkwab, door de rechternier, door de ruimte tussen rib 11 en 12 rechts aan de rugzijde naar kogel 3 in de weke delen van de rug. Het schotkanaal verloopt naar links, voetwaarts en rugwaarts.
Letsel G: links op de rug (inschot), door de ruimte tussen rib 5 en 6 links aan rugzijde, beschadiging van deze ribben, door de bovenkwab van de linkerlong, door de ruimte tussen rib 3 en 4 aan de voorzijde, beschadiging van deze ribben naar kogel 1. Het schotkanaal verloopt buikwaarts, iets naar rechts en vrijwel horizontaal.
Letsel H: links op de rug (inschot), door het linkerschouderblad en spieren van de rug naar kogel 2. Het schotkanaal verloopt naar rechts, voetwaarts in de weke delen van de rug met alhier uitgebreide bloeduitstorting in de rugspieren.
Interpretatie van resultaten
Conclusie
D.
- een schilmes met geel handvat (spoor PD1-02). Het lemmet van het mes was sterk verbogen en op het lemmet en heft was bloed aanwezig;
- drie hulzen, voorzien van bodemstempel W-W 32 AUTO kaliber 7.65 mm (sporen PD1-08, PD1-09 respectievelijk PD1-13);
- een patroon, voorzien van bodemstempel W-W 32 AUTO kaliber 7.65 mm (spoor PD1-15).
E.
F.
G.
H.
- om 1:12:03 uur slachtoffer en verdachte over de parkeerplaats bij winkelcentrum Moesel lopen (beeldfragment 1);
- om 1:13:06 uur slachtoffer en verdachte in de steeg lopen, komende uit de richting Willem de Zwijgerstraat en gaande richting Nassaulaan, beide handen van verdachte niet zichtbaar zijn, verdachte kennelijk zijn linkerhand in zijn linkerjaszak en zijn rechterhand in zijn rechterjaszak heeft en verdachte rechts achter het slachtoffer loopt en de onderlinge afstand zeer kort is (beeldfragment 9);
- om 1:13:06 uur en om 1:13:07 uur de rechterarm/-hand van verdachte beweegt (beeldfragmenten 10 en 11);
- om 1:13:07 uur een klein gedeelte van de rechterhand van verdachte zichtbaar wordt (beeldfragment 12);
- om 1:13:07 uur de rechterhand van verdachte nagenoeg niet meer zichtbaar is, omdat deze zich voor het lichaam ter hoogte van zijn middel of in de rechterjaszak bevindt (beeldfragment 13);
- om 1:13:07 uur de rechteronderarm van verdachte een stukje omhoog wordt gebracht en de rechterhand van verdachte zich bevindt ter hoogte van zijn middel (beeldfragment 14);
- om 1:13:08 uur verdachte gedeeltelijk achter het slachtoffer is gaan lopen en de rechterhand van verdachte niet zichtbaar is, omdat deze zich in de rechterjaszak of voor het lichaam bevindt (beeldfragment 15);
- om 1:13:08 uur verdachte zijn rechterarm/-hand iets naar beneden heeft gebracht (beeldfragmenten 16 en 17);
- om 1:13:09 uur verdachte zich iets laat terugvallen ten opzichte van het slachtoffer en hij meer achter het slachtoffer gaat lopen (beeldfragment 18);
- om 1:13:09 uur verdachte nagenoeg achter het slachtoffer loopt (beeldfragment 19);
- om 1:13:10 uur verdachte achter het slachtoffer loopt, de afstand tussen verdachte en slachtoffer iets groter wordt ten opzichte van beeldfragment 19 en kennelijk de rechterhand van verdachte zich bevindt ter hoogte van de rechterschouder van het slachtoffer (beeldfragment 20);
- om 1:13:12 uur kennelijk het slachtoffer zijn rechterarm omhoog brengt, verdachte direct achter het slachtoffer staat en verdachte zijn onderlichaam een kwartslag naar links draait (beeldfragment 21);
- om 1:13:12 uur het slachtoffer zich plotseling heeft omgedraaid en er een vechtpartij is ontstaan en verdachte en het slachtoffer zich in tegengestelde richting verplaatsen waarbij het lichaam van verdachte is gericht naar de Nassaulaan en de voorzijde van het lichaam van het slachtoffer is gericht naar de Willem de Zwijgerstraat (beeldfragment 22);
- om 1:13:13 uur verdachte en slachtoffer zich, al vechtend, verplaatsen richting de Willem de Zwijgerstraat (beeldfragment 23);
- om 1:13:13 uur het slachtoffer en verdachte zich, al vechtend, verplaatsen richting Willem de Zwijgerstraat, verdachte zijn linkerarm/hand uitstrekt en de rechterhand van verdachte zich bevindt ter hoogte van de linkerborst van het slachtoffer (beeldfragment 26);
- om 1:13:13 uur de verdachte achterwaarts en het slachtoffer voorwaarts verplaatst, richting de Willem de Zwijgerstraat en de rechterhand van de verdachte zich op borsthoogte van het slachtoffer bevindt (beeldfragment 27);
- om 1:13:14 het slachtoffer en de verdachte zich, al vechtend, verplaatsen richting de Willem de Zwijgerstraat en de rechterhand van de verdachte zich op de borsthoogte van het slachtoffer bevindt (beeldfragment 29);
- om 1:13:14 het slachtoffer en verdachte zich verplaatsen, al vechtend, richting Willem de Zwijgerstraat en de rechterhand van verdachte zich bevindt op borsthoogte van het slachtoffer (beeldfragment 31).
- om 1:13:14 uur slachtoffer en verdachte zich, al vechtend, verplaatsen richting Willem de Zwijgerstraat en de rechterhand van verdachte zich bevindt ter hoogte van de linkerborst van het slachtoffer (beeldfragment 32);
- om 1:13:14 de verdachte beide armen voor zich uit uitstrekt, richting slachtoffer en de verdachte kennelijk een voorwerp vasthoudt in zijn rechterhand (beeldfragment 35);
- om 1:13:15 uur verdachte kennelijk een langwerpig voorwerp vasthoudt in zijn rechterhand en voornoemd voorwerp richt op het slachtoffer (beeldfragment 36);
- om 1:13:15 uur het slachtoffer zich voorwaarts verplaatst richting Willem de Zwijgerstraat, verdachte zich achterwaarts verplaatst richting Willem de Zwijgerstraat (beeldfragment 38);
- om 1:13:16 uur het slachtoffer en verdachte in gevecht zijn en de verdachte kennelijk zijn linkerarm uitstrekt richting het slachtoffer (beeldfragment 41);
- om 1:13:21 uur het slachtoffer zijn lichaam vooroverbuigt en wegloopt / rent richting Willem de Zwijgerstraat, de verdachte zijn rechterhand achter zijn lichaam heeft gebracht en verdachte een voorwerp vasthoudt in zijn rechterhand (beeldfragment 44);
- om 1:13:21 het slachtoffer wegloopt/rent richting Willem de Zwijgerstraat (beeldfragment 45);
- om 1:13:22 het slachtoffer uit beeld is verdwenen en de verdachte begint te rennen in de richting van het slachtoffer (beeldfragment 46);
- om 1:13:22 verdachte in de richting van het slachtoffer rent, richting Willem de Zwijgerstraat (beeldfragmenten 47 en 48);
- om 1:13:22 de verdachte in de richting van het slachtoffer rent, richting Willem de Zwijgerstraat en verdachte hierna uit beeld verdwijnt (beeldfragment 49);
- om 1:14:38 uur de verdachte komt aangerend uit de richting alwaar hij en het slachtoffer uit beeld waren verdwenen (beeldfragment 50);
- om 1:14:39 uur de verdachte richting Nassaulaan rent en verdachte, in beide handen, een zwart langwerpig voorwerp vasthoudt, ter hoogte van zijn middel (beeldfragment 52);
- om 1:14:39 uur de verdachte richting Nassaulaan rent en de linker- en rechterhand van verdachte zich bevinden ter hoogte van zijn rechterbroekzak (beeldfragment 53);
- om 1:14:41 uur de verdachte uit beeld verdwijnt (beeldfragment 59);
- om 1:14:54 ter hoogte van de linker groene container een zwarte vlek zichtbaar is, welke de plaats betreft alwaar het slachtoffer is aangetroffen (beeldfragment 60);
- om 1:15:02 uur de verdachte richting Willem de Zwijgerstraat rent komende uit de richting van de Nassaulaan (beeldfragment 62);
- om 1:15:07 uur de verdachte is gestopt met rennen en richting Willem de Zwijgerstraat wandelt (beeldfragment 65);
- om 1:15:08 uur de verdachte richting Willem de Zwijgerstraat wandelt, de verdachte zijn linkerhand in de linker jaszak heeft, de verdachte zijn rechterarm/hand langs zijn lichaam laat hangen en de verdachte geen voorwerp vasthoudt in zijn rechterhand (beeldfragment 67);
- om 1:15:09 de verdachte richting Willem de Zwijgerstraat wandelt en naast zich/achter zich kijkt (beeldfragment 68);
- om 1:15:10 uur de verdachte naast zich/achter zich kijkt (beeldfragment 69);
- om 1:15:10 uur de verdachte over zijn rechterschouder naar achter kijkt (beeldfragment 70);
- om 1:15:11 uur verdachte richting de plaats waar het slachtoffer later wordt aangetroffen loopt (beeldfragment 71);
- om 1:16:09 uur de verdachte richting Nassaulaan loopt komende uit de richting van de Willem de Zwijgerstraat (beeldfragment 72);
- om 1:16:12 uur verdachte richting Nassaulaan loopt (beeldfragment 74);
- om 1:16:20 uur de verdachte ongeveer 10 seconden op de afgebeelde positie is blijven “rondhangen” (beeldfragment 76);
- om 1:16:23 uur de verdachte richting Willem de Zwijgerstraat loopt (beeldfragment 77);
- om 1:16:24 uur het slachtoffer is verplaatst ten opzichte van beeldfragment 60 (beeldfragment 80).
I.
- de verdachte en het (latere) slachtoffer op kennelijk ontspannen/rustige wijze naast elkaar komen aanlopen bij het onderhavige winkelcentrum;
- de verdachte zich op een gegeven moment laat terugvallen door kennelijk langzamer dan het slachtoffer te gaan lopen, vervolgens (vlak) achter het slachtoffer gaat lopen, vervolgens zijn rechterarm omhoog brengt, waarna het slachtoffer zich omdraait en er een vechtpartij tussen beide mannen ontstaat;
- het slachtoffer op een gegeven moment wegloopt/wegrent en buiten beeld verdwijnt, waarna de verdachte in dezelfde richting als het slachtoffer rent;
- de verdachte enige tijd later weer in beeld komt met een voorwerp in zijn rechterhand en wegrent;
- de verdachte even later terugkeert op de plaats waar de vechtpartij plaats heeft gevonden en, terwijl hij rondloopt, op kennelijk beheerste/kalme wijze (zoekend) naar diverse plaatsen op straat kijkt.
J.
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Q.
R.
S.
- hij op 5 november 2012 naar Weert is gegaan om [slachtoffer] € 50,00 te betalen in verband met het beschadigen van een computerscherm dat hij eerder van [slachtoffer] geleend had, zonder dat hij daarover een afspraak met deze [slachtoffer] had en zonder zich er tevoren van te hebben vergewist of [slachtoffer] wel thuis was;
- hij rond 22:00 uur aankwam bij de woning van [slachtoffer] ;
- hij niet naar binnen mocht omdat [slachtoffer] problemen had met een aantal mensen;
- hij toen ook het geld voor het computerscherm niet aan [slachtoffer] mocht geven;
- hij toen ongeveer 1,5 uur bij de woning van [slachtoffer] is weg geweest en in die tijd met [achternaam medeverdachte] heeft gebeld;
- hij omstreeks 23:45 uur is teruggegaan naar de woning van [slachtoffer] ;
- hij vervolgens een tijdje in de woning is geweest, daar wat heeft gedronken en heeft gepraat met [slachtoffer] en de twee andere jongens die bij [slachtoffer] binnen waren;
- na een tijdje [slachtoffer] tegen de twee anderen zei dat hij ging pinnen met verdachte;
- het niet daadwerkelijk zijn bedoeling was om te gaan pinnen, omdat hij het geld immers al bij zich had;
- het de bedoeling was om met [slachtoffer] uit te praten waarom [slachtoffer] zo slecht over hem sprak;
- hij omstreeks 0.50 uur samen met [slachtoffer] richting het winkelcentrum is gelopen, waarbij de sfeer prikkelig was;
- hij op enig moment achter [slachtoffer] is gaan lopen, omdat er toen al een hevige discussie was ontstaan over het geld;
- [slachtoffer] meer geld wilde en hij het gevoel had dat hij nu weer opnieuw werd afgeperst;
- [slachtoffer] toen bovendien tegen hem zei dat hij zijn dochter zou ontvoeren en verkrachten als hij niet meer geld zou betalen;
- hij daarop kwaad werd en langzamer ging lopen, waardoor hij achter [slachtoffer] liep;
- hij een handbeweging maakte omdat hij [slachtoffer] wilde grijpen om hem aan te spreken;
- [slachtoffer] zich toen omdraaide en met hem begon te vechten;
- hij toen doorflipte, omdat [slachtoffer] een beweging maakte en hij dacht dat [slachtoffer] hem ging steken of zou gaan schieten;
- bij hem op dat moment de knop omging en hij het pistool tevoorschijn heeft gehaald, alleen om te dreigen;
- het pistool toen twee keer per ongeluk is afgegaan;
- vanaf de knal de 'film' bij hem weg is en hij zich niet meer kan herinneren dat hij achter [slachtoffer] is aangegaan en hem gestoken/gesneden heeft.
- hij zich wel kan herinneren dat hij nog viermaal is teruggegaan om zijn spullen te zoeken.
.
- de omstandigheid dat het conflict m.b.t. de hennepplantage al geruime tijd was opgelost, zodat een motief voor de moord ontbrak;
- de omstandigheid dat de verdachte het latere slachtoffer niet meteen aan de deur van zijn woning heeft gedood;
- de omstandigheid dat de verdachte zich voorafgaand aan het feit welbewust kenbaar heeft gemaakt aan meerdere getuigen in en bij de woning van [slachtoffer] ;
- de omstandigheid dat de schoten in de rug van het slachtoffer zijn geplaatst en niet, indien de verdachte daadwerkelijk het slachtoffer op koelbloedige wijze had willen neerschieten, op meer voor de hand liggende plaatsen van het lichaam;
- de medische/psychische gesteldheid van de verdachte;
- de omstandigheid dat medeverdachte [achternaam medeverdachte] niet is vervolgd, hetgeen erop duidt dat ‘medeplegen’ van moord en dus ook het aannemen van een vooropgezet plan om [slachtoffer] te doden in verband met mislukte hennepplantage, niet voor de hand ligt
- de omstandigheid dat de verdachte in en bij de woning van [slachtoffer] diverse stille getuigen heeft achtergelaten;
- de omstandigheid dat de plaats delict gelegen is in een winkelcentrum waarbij verdachte wist van de aanwezigheid van camera’s;
- de omstandigheid dat de verdachte stille getuigen op de plaats delict heeft achtergelaten;
- de omstandigheid dat bij de verdachte een vluchtplan ontbrak en dat hij achteraf een taxi heeft gebeld,
Moord.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 12 oktober 2016, waaruit blijkt dat hij niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is geweest;
- de inhoud van het hem betreffend psychiatrisch briefrapport van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, d.d. 19 december 2012, opgemaakt door [deskundige 2] , psychiater;
- de inhoud van het hem betreffend psychologisch rapport, d.d. 15 april 2013, opgemaakt door [deskundige 3] , GZ-psycholoog;
- de inhoud van het hem betreffend psychologisch rapport, d.d. 11 december 2015, opgemaakt door [deskundige 4] , GZ-psycholoog, waaruit naar voren komt dat de verdachte lijdt aan een autismespectrumstoornis c.q. aan PDD-NOS en dat er bij hem sprake is van antisociale persoonlijkheidskenmerken, op grond waarvan hij als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd;
- de inhoud van het hem betreffend reclasseringsadvies van 4 oktober 2016;
- zijn overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger is gebleken.