Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de heer [bewindvoerder] , hierna te noemen: de bewindvoerder;
- mevrouw [beschermingsbewindvoerder] , hierna te noemen: de beschermingsbewindvoerder.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 oktober 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar, aangeduid als [appellante]. De rechtbank Limburg had eerder geoordeeld dat [appellante] toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van haar informatie- en sollicitatieverplichtingen, waardoor haar schuldsaneringsregeling niet met een schone lei kon worden beëindigd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen omstandigheden zijn die deze tekortkomingen buiten beschouwing kunnen laten, maar heeft tegelijkertijd geoordeeld dat [appellante] recht heeft op een verlenging van haar schuldsaneringsregeling met twee jaar. Dit besluit is genomen op basis van de recent overgelegde medische informatie die aantoont dat [appellante] lijdt aan een ernstige gezondheidsaandoening, waardoor zij niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen. Het hof heeft de bewindvoerder en de beschermingsbewindvoerder gehoord en heeft geconcludeerd dat, ondanks de tekortkomingen, [appellante] een laatste kans moet krijgen om haar schulden af te lossen. De verlenging van de schuldsaneringsregeling gaat in op de datum waarop het arrest in kracht van gewijsde gaat, en alle verplichtingen blijven onverkort van kracht. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de schuldsaneringsregeling van [appellante] verlengd tot uiterlijk 29 oktober 2018.