[appellant] heeft opnieuw een deskundigenoordeel gevraagd aan het UWV. De verzekeringsarts van het UWV heeft op 12 april 2016 geconcludeerd: “Er is sprake van arbeidsongeschiktheid, deze is doorlopend vanaf de eerste arbeidsongeschiktheidsdag en duurt nog steeds voort. Betrokkene is inzetbaar 4 u/d in niet stresserend werk zonder werkdruk of hoge mate van alertheid.” Daartoe heeft de verzekeringsarts onder meer overwogen: "Derhalve komt VA tot oordeel dat betrokkene gelet op de bevindingen deels inzetbaar is voor 4 u/d in aangepast werk. Er zijn enige beperkingen op psychisch vlak tav werkdruk en alertheid. Betrokkene is doorlopend arbeidsongeschikt geweest.” De verzekeringsarts heeft een Kritische Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld waarop staat vermeld dat deze geldig is vanaf 12 april 2016. De arbeidsdeskundige van het UWV heeft op 13 april 2016 geoordeeld:
“ Casus is voorgelegd aan de verzekeringsarts.
Deze is helder in zijn conclusie:
• Er is sprake van arbeidsongeschiktheid, deze is doorlopend vanaf de eerste arbeidsongeschiktheidsdag en duurt nog steeds voort.
• Betrokkene is inzetbaar 4 u/d in niet stresserend werk zonder werkdruk of hoge mate van alertheid.
Eerste dag van arbeidsongeschiktheid was: 23-11-2015.
Per 12 april 2016 geldt functionele mogelijkhedenlijst/belastbaarheidsprofiel met een urenrestrictie van 4 uren per dag.
Werkgever stelt echter expliciet dat zijn werknemer niet hoeft te hervatten op basis van huidig oordeel functionele mogelijkhedenlijst/belastbaarheidsprofiel.
De arbeidsrelatie is definitief verstoord en voortzetting van het dienstverband is niet in het belang van partijen.
Re-integratie spoor 1 is derhalve geen item meer.
Omdat expliciet is uitgesproken dat per 23 november 2015 sprake was van volledige arbeidsongeschiktheid kon van partijen in alle redelijkheid en billijkheid geen inspanning worden verwacht.
Per 12 april 2016 geldt belastbaarheid voor arbeid op basis van opgemaakte functionele mogelijkhedenlijst/belastbaarheid.
Werkgever wil belanghebbende echter niet meer re-integreren.
De kantonrechter zal m.b.t. ontbindingsverzoek per 20 april 2016 oordelen.
Arbeidsrelatie is definitief gebrouilleerd/verstoord.
Conclusie:
• Per 23-11-2015 was er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid en kon geen reële inspanning mbt reintegratie van partijen worden verwacht.
• Per 12-04-2016 geldt een belastbaarheid van 4 uren per dag; werkgever wenst echter per die datum geen re-integratie-inspanning te leveren vanwege een definitief verstoorde arbeidsrelatie.
• Per die datum is de inspanning van de werkgever niet adequaat vanuit de optiek WvP.
• Hier geldt dus de relatie belasting en belastbaarheid vanuit het perspectief arbeidsongeschiktheid.
• Het geschil tussen partijen is ter beoordeling van de kantonrechter.
(…)”.