20.1De deskundige heeft blijkens zijn rapport naar aanleiding van de door het hof aan hem bij tussenarrest van 27 januari 2015 voorgelegde vragen onder de woonwagen gekeken en daar een staalconstructie onder de vloer aangetroffen. Hij heeft daarover in zijn rapport vermeld dat alle stalen profielen die hij daar heeft gezien, met uitzondering van de T-110 profielen, volgens hem een overeenkomstige aftekening in kleur en roestvorming hebben. Op enkele profielen is met krijt een maat geschreven waarbij de kleuren en schrijfwijze volgens de deskundige overeen komen. Hij heeft verder op een stalen T-120 profiel de gelaste letters “ [initialen] ” aangetroffen. Volgens hem zijn dit de initialen van [leverancier] , het bedrijf dat de woonwagen heeft verplaatst. Aan de hand van in elk geval deze opmerkingen en aanwijzingen heeft hij de vragen van het hof beantwoord.
Het hof zal hierna per vraag het betreffende antwoord vermelden.
Vraag a. bevindt zich onder de woonwagen van partij [appellante] een permanente staalconstructie die geschikt is te dienen als volledig dragende constructie bij verplaatsing van de woonwagen?
antwoord:
“De (…) aanwijzingen geven voldoende aan dat de staalconstructies, welke in rood zijn aangegeven op het overzicht in paragraaf 3.1, nieuw zijn aangebracht t.b.v. de verhuizing in juli 2010.
Deze vóór de verplaatsing aanwezige staalconstructie was niet geschikt om als volledig dragende constructie te dienen bij de verplaatsing van de woonwagen. Vandaar dat er een dragend chassis onder de woonwagen is aangebracht om de belasting vanuit de vloeren en wanden van de woonwagen over te brengen op dit chassis.
Daarnaast is er t.b.v. het transport een transportframe aangebracht met zware stalen liggers die tijdens het transport het chassis ondersteunde. Dit transportframe is nadien verwijderd. Het transportframe maakt geen deel uit van de vraagstelling.
Het antwoord op vraag a (…) is dus nee. (…)”.
Vraag b. Indien u de vorige vraag bevestigend beantwoordt, kunt u dan vaststellen wanneer deze constructie is aangebracht, en, zo ja, wanneer die constructie is aangebracht?
Nadat de deskundige vraag a met nee heeft beantwoord, heeft hij vervolgens vermeld
“Daarmee is vraag b (…) niet meer aan de orde.”.
Vraag c. Indien u vaststelt dat zich al eerder dan juli 2010 een staalconstructie onder de wagen bevond die nadien (enkel) is aangepast, kunt en wilt u dan aangeven op welk bedrag de kosten daarvan in redelijkheid kunnen worden begroot indien deze constructie zou zijn aangebracht in juli 2010, welke aanpassingen daaraan hebben plaatsgevonden, op welk bedrag de kosten van deze aanpassingen in redelijkheid kunnen worden begroot en wat de gevolgen van die aanpassing in constructieve zin zijn geweest?
De deskundige heeft het volgende vermeld:
De vóór de verplaatsing aanwezige staalconstructie is niet aangepast. De nieuw aangebrachte stalen liggers zijn aangebracht tegen de onderzijde van de houten balklaag en tegen de onderzijde van de 4 aanwezige stalen T-110 profielen.
Het antwoord op vraag c (…) is met het bovenstaande niet meer aan de orde.”.
Vraag d. Indien zich onder de woonwagen een permanente staalconstructie bevindt, en u heeft vastgesteld dat deze is aangebracht in juli 2010, op welk bedrag kunnen de kosten daarvoor in redelijkheid worden begroot bij het aanbrengen daarvan, uitgaande dat de constructie is aangebracht in juli 2010? Het betreft alle kosten, dus vanaf het eerste (concept)ontwerp tot en met het aanbrengen daarvan, inclusief de kosten van materiaal e.d., waarbij u wordt gevraagd om ook de hoeveelheid en de waarde van het onder de gehele woonwagen van [appellante] aanwezige staal apart vast te stellen.
De deskundige heeft een overzicht van de constructie onder de vloer van de woonwagen gemaakt en op die tekening (zie hieronder) met rood aangegeven welke stalen profielen
nieuw zijn aangebracht. De door hem op die tekening met de letters A t/m G aangeduide stalen ondersteuningen zijn nieuwe ondersteuningen.
De deskundige heeft vervolgens de staalhoeveelheden berekend en het volgende geantwoord:
“(…) De totale hoeveelheid staal komt uit op 6354 kg.
Er is geen toeslag voor kop- en voetplaten, bouten e.d. gerekend omdat deze niet zijn aangebracht.
Hiervan komt 5259 kg voor rekening van de stalen liggers en 1095 kg voor rekening van de stalen ondersteuningen.
De stalen ondersteuningen zijn er in 7 varianten gemaakt. Niet duidelijk is waarom niet gekozen is voor een eenduidige uitvoering van de ondersteuning. Wellicht zijn de ondersteuningen gemaakt van voorradige restanten van stalen profielen.
De ondersteuningen zijn vooraf geproduceerd en van een blauwe laklaag voorzien. De vloerplaten zijn al in behoorlijke mate geroest door de vochtige ondergrond. (…)
Met het voorgaande is vastgesteld dat de eerste vraag uit (…) d positief beantwoord kan worden.
Dus onder de woonwagen bevindt zich een permanente staalconstructie die in juli 2010 is aangebracht.
(…)
Indien ons bureau verzocht zou zijn om voorafgaand aan juli 2010 een constructie ontwerp en -berekening te maken van de staalconstructie t.b.v. het transport en de ondersteuning zoals deze nu is uitgevoerd komen we op de volgende (ruime) kostenopgave:
Het brengen van een werkbezoek 6 uren á € 79,- € 474,-
t.b.v. een globale opname km-kosten € 125,-
Ontwerp en berekening 12 uren á € 79,- € 948,-
Schetsmatig constructieoverzicht 4 uren á € 79,- € 316,-
Diverse telefonisch overleg 4 uren á € 79,- € 316,-
Onvoorzien 4 uren á € 79,- € 316,-
-----------
Totale kosten (excl. BTW) € 2.495,-
Totale kosten (incl. BTW) € 3.019,-
Het aandeel van resp. het chassis en de ondersteuningen in de bovenstaande opgave bedraagt:
Chassis € 2.179,- excl. BTW.
Ondersteuningen € 316,- excl. BTW.
(…)
Betreffende de kosten voor het opmeten, het produceren, aanvoeren en aanbrengen van het chassis hebben wij overleg gehad met een staalbedrijf. Wij hebben de gegevens overlegd en besproken en het staalbedrijf verzocht om op basis van de prijzen van medio 2010 een reële calculatie te maken indien zij dit werk zouden maken. Hierbij komen zij tot de volgende kostenopgave:
Voor het chassis:
Inmeten en reiskosten € 500,-
Leveren stalen profielen (liggers + koppelingen) 5259 kg á € 1,0 € 5.259,-
Transport € 500,-
Montage en lassen in het werk 80 uren á € 37,- € 2.960,-
Lassen stalen strippen op liggers 5 uren á € 37,- € 185,-
Hulpmaterieel € 450,-
------------
Totale kosten (excl. BTW) € 9.854,-
Totale kosten (incl. BTW) €11.923,-
Voor de stalen ondersteuningen:
Leveren stalen profielen ondersteuningen 1095 kg á € 0,85 € 931,-
Afkorten en lassen ondersteuningen 26 uren à € 37,- € 1.203,-
Verf ondersteuningen € 165,-
Spuiten ondersteuningen 8 uren à € 37,- € 296,-
--------------
Totale kosten (excl. BTW) € 2.595,-
Totale kosten (incl. BTW) €3.140,-
(…)
Resumé bedragen de kosten van de aangebrachte permanente staalconstructie vanaf het ontwerp t/m de realisatie € 14.944,- excl. BTW. (€ 18.082,- incl. BTW).
(Hierbij dient aangetekend te worden dat de kosten ruim zijn berekend met een marge van ± 10% omdat er zich altijd onvoorziene omstandigheden kunnen voordoen. De kosten zonder deze marge zouden dan resp. € 13.449,- en € 16.274,- bedragen.)
De stalen ondersteuningen die zijn aangebracht behoren niet tot de staalconstructie welke is aangebracht om de woonwagen te verplaatsen.
Indien de onderverdeling wordt gemaakt van de kosten puur sec voor het chassis en puur sec voor de ondersteuningen komen de kosten op:
Kosten chassis: € 2.179,- + € 9.854,- € 12.033,- excl. BTW
€ 14.560,- incl. BTW
Kosten ondersteuningen: € 316,- + € 2.595,- € 2.911,- excl. BTW
€ 3.522,- incl. BTW
Hiermee is vraag d (…) beantwoord.”.
Vraag e. Kunt u vaststellen wie de constructie heeft aangebracht?
De deskundige heeft het volgende geantwoord:
“(…)
In de aangeleverde stukken is in de memorie van grieven (…) aangegeven onder productie 1, de offerte van [leverancier] . Hier wordt aangegeven onder item 8, in te kopen materialen welke worden verwerkt, dat er stalen balken IPE240 en stalen platen worden geleverd t.b.v. het aanpassen van het chassis van hout naar staal voor het bedrag van € 102.181,78.
In paragraaf 16.11.4(noot hof: van de memorie van grieven)
is aangegeven dat het aanbrengen van het frame niet is uitgevoerd door [leverancier] vanwege tijdgebrek. Het frame is aangebracht door [immobilien] Immobilien voor (…) € 94010,-.
Onder productie 5 is hiervan de factuur opgenomen.
Onder productie 4 is een brief, d.d. 31-12-2012, van [leverancier] opgenomen (…) waarin wordt aangegeven dat het permanente frame, met een gewicht van ± 15 ton staalprofielen (…) is aangeschaft en gemonteerd. Hierbij wordt niet expliciet aangegeven dat de staalconstructie door [leverancier] is geleverd, maar dit kan uit de strekking van de brief wel gehaald worden. Ook door de opgelaste initialen van [leverancier] op een stalen profiel (…) kan ervan worden uitgegaan dat de staalconstructie door [leverancier] is geleverd.
Echter de ± 15 ton staal is ruim 2 keer zoveel als wij onder de woonwagen hebben aangetroffen.
Wij hebben telefonisch contact gezocht met het bedrijf van [leverancier] . [leverancier] is eind 2013 overgenomen (…). Op mijn vraag wie de staalconstructie heeft geleverd en heeft aangebracht kon men geen antwoord geven.
Vraag e (…) kan hiermee niet eenduidig beantwoord worden, anders dan uit de bovenstaande documenten blijkt.”.
Naar aanleiding van vraag f, inhoudende of de deskundige verder nog opmerkingen heeft die relevant kunnen zijn voor de onderhavige zaak, heeft de deskundige geen relevante opmerkingen gemaakt.
20.2.1De gemeente heeft in zijn memorie na deskundigenbericht nergens voldoende duidelijk en gemotiveerd enig antwoord van de deskundige bestreden. Het hof houdt het er van ook voor dat de gemeente zich kan vinden in de door de deskundige gegeven antwoorden.
20.2.2[appellante] heeft wat de door de deskundige gegeven antwoorden betreft twee opmerkingen. Ten eerste heeft volgens haar de deskundige in zijn begroting de volgende werkzaamheden niet meegenomen:
- insnijden hakken en verwijderen betonnen vloer;
- aanbrengen van gaten met een graafmachine omdat zonder die gaten de balken niet konden worden ingebracht onder de wagen;
- het met de schop graven van 4 sleuven met een lengte van 15 meter en een diepte van 1.20 meter voor het doorvoeren van de stalen balken;
- het onder deze omstandigheden aanbrengen van het frame;
- de continu aanwezigheid van twee personen met brandblusser voor brandgevaar als gevolg van het lassen onder de houten vloer en houten balken;
- 204 verbindingsstukken die op het frame zijn gelast en dienen om het gebouwde frame onlosmakelijk te verbinden met het oorspronkelijke frame;
- huur van materiaal zoals hijsmachine, heftruck, betonzager, luchtbeitels en overig materiaal;
- het feit dat de grond onder de woonwagen opliep.
Onder andere al deze hiervoor opgesomde werkzaamheden, zo begrijpt het hof [appellante] , zijn wel meegenomen in de factuur van [immobilien] Immobilien van € 94.010,- (productie 5 memorie van grieven).
[appellante] voert verder aan dat de deskundige vijf jaar na dato en zonder rekening te houden met de toenmalige verplaatsingsmarkt stelt dat hij het anno nu goedkoper zou hebben gedaan vanuit een andere beginsituatie en waarbij hij kennelijk inkoopprijzen van staal zonder marge doorberekent naar een klant (zie nrs. 12-13 memorie na deskundigenonderzoek).
20.2.3Het hof stelt bij de vraag of het hof de antwoorden van de deskundige zal volgen voorop dat een eventuele beslissing om de zienswijze van de door het hof benoemde deskundige te volgen in het algemeen niet verder hoeft te worden gemotiveerd dan door te overwegen dat de door deze deskundige gebezigde motivering het hof overtuigend voorkomt. Het hof dient hierbij wel in te gaan op specifieke bezwaren van partijen tegen de zienswijze van de door het hof benoemde deskundige, indien deze bezwaren een voldoende gemotiveerde betwisting inhouden van de juistheid van deze zienswijze.
Het hof ziet, met inachtneming van hetgeen partijen hebben aangevoerd, geen redenen om de antwoorden van de deskundige niet te volgen, nu deze antwoorden voldoende overtuigend zijn gemotiveerd. Voor zover [appellante] heeft aangevoerd dat de deskundige de hiervoor in r.o. 20.2.2 genoemde werkzaamheden ten onrechte niet heeft meegenomen, gaat het hof daaraan voorbij omdat de deskundige geen vragen zijn voorgelegd betrekking hebbende op die werkzaamheden. Daarmee zijn die opmerkingen in elk geval voor wat betreft de door de deskundige gegeven antwoorden op de hem gestelde vragen niet relevant.
De opmerking van [appellante] dat de deskundige vijf jaar na dato en zonder rekening te houden met de toenmalige verplaatsingsmarkt stelt dat hij het anno nu goedkoper zou hebben gedaan, miskent dat de deskundige met zoveel woorden heeft geantwoord dat als zijn bureau voorafgaand aan juli 2010 een constructie-ontwerp en -berekening zou maken van de staalconstructie ten behoeve van het transport, dit bureau in rekening zou brengen € 3.019,-. Verder heeft de deskundige een staalbedrijf verzocht om een reële calculatie te maken op basis van de prijzen van medio 2010 indien zij het werk zouden maken. Uit die vraagstelling blijkt dat juist is gevraagd om een prijsbepaling naar de stand van medio 2010. [appellante] heeft wat dit betreft niet voldoende onderbouwd aangevoerd dat zou zijn geabstraheerd van de omstandigheden van de toenmalige verplaatsingsmarkt. Het hof gaat dan ook voorbij aan de opmerkingen van [appellante] over de antwoorden van de deskundige. De conclusie is dan ook dat het hof de antwoorden van de deskundige als voldoende overtuigend zal volgen, hetgeen overigens niet wegneemt dat [appellante] aannemelijk heeft gemaakt dat er bijkomende werkzaamheden waren die door de deskundige, gelet op de hem gestelde vragen, niet hoefden te worden meegenomen, maar die wel prijsverhogend gewerkt kunnen hebben.