ECLI:NL:GHSHE:2016:4545

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 juni 2016
Publicatiedatum
11 oktober 2016
Zaaknummer
200.171.414_01 afwijzing H
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot herstel en aanvulling van een eerder arrest in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan op een verzoek van [appellant] tot herstel en aanvulling van een eerder arrest, gewezen op 28 juni 2016. Het verzoek was gericht op verduidelijking van de toewijzing van wettelijke rente en de proceskostenveroordeling. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.J.P. Vanaken, had vragen over de toegewezen wettelijke rente en de hoogte van de proceskosten die door het hof waren begroot. De advocaat van de geïntimeerde, Forexx Company B.V., mr. E. van der Maal, heeft in zijn brief gereageerd op de vragen van de appellant en benadrukt dat het hof conform het petitum heeft gehandeld.

Het hof heeft in zijn uitspraak bevestigd dat het geen fouten heeft gemaakt in de toewijzing van de wettelijke rente en dat het zich niet heeft verzuimd uit te laten over de proceskosten, aangezien er in hoger beroep geen verzoek was gedaan tot terugbetaling van eerder betaalde kosten. Het hof heeft de werkzaamheden van de advocaat begroot op basis van de toegewezen hoofdsom van € 23.591,-, en de kosten zijn vastgesteld volgens het liquidatietarief. Uiteindelijk heeft het hof het verzoek van de appellant tot herstel en aanvulling afgewezen, waarmee de eerdere beslissing in stand blijft.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke verzoeken in hoger beroep en de rol van de rechter bij het toekennen van kosten en rente. Het hof heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat er geen aanleiding was om het eerdere arrest te wijzigen of aan te vullen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.171.414/01
arrest van 11 oktober 2016 op het verzoek strekkende tot VERBETERING en AANVULLING in de zin van artikel 31 en artikel 32 Rv van het arrest, gewezen op 28 juni 2016
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is geweest in de zaak van
[appellant] ,h.o.d.n.
[handelsnaam],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. N.J.P. Vanaken te Eindhoven,
tegen

Forexx Company B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E. van der Maal te Eindhoven.
1. Bij brief van 25 augustus 2016 (per abuis gericht aan de Rechtbank Oost-Brabant) heeft mr. Vanaken aan het hof gevraagd zich te willen uitlaten over de vraag of het hof bij het arrest van 28 juni 2016 wettelijke rente ex art. 6:119 BW heeft toegewezen of wettelijke rente ex art. 119a BW. In genoemde brief is verder opgemerkt dat het hof geen rekening heeft gehouden met het feit dat [appellant] in eerste aanleg is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Forexx begroot op € 3.680,-. Tenslotte is het [appellant] onduidelijk waarom de kosten advocaat in eerste aanleg door het hof zijn begroot op € 1.158,- terwijl de rechtbank die kosten had begroot op € 1.788,-.
2. Bij brief van 31 augustus 2016 heeft mr. van der Maal namens Forexx zijn mening hierover kenbaar gemaakt. Kort gezegd heeft hij aangevoerd dat het hof conform het petitum wettelijke rente heeft toegewezen en dat het hof ter zake de proceskostenveroordeling een discretionaire bevoegdheid heeft.
3. Het hof begrijpt dat [appellant] in zijn brief het hof verzoekt om enkele verbeteringen en aanvullingen in de zin van de artikelen 31 en 32 Rv.
Ter zake het punt van de wettelijke rente is door het hof toegewezen hetgeen in eerste aanleg (en in hoger beroep) is gevorderd. [appellant] heeft namelijk in zijn petitum zonder nadere aanduiding van de soort rente enkel “wettelijke rente” gevorderd. Het hof heeft dus geen fout gemaakt in de zin van art. 31 Rv noch heeft het hof verzuimd te beslissen over enig punt in de zin van art. 32 Rv.
In hoger beroep is niet gevorderd veroordeling van Forexx tot terugbetaling van hetgeen op grond van het vernietigde vonnis door [appellant] eventueel is betaald, zodat het hof zich terecht niet heeft uitgelaten over de eventueel door [appellant] betaalde proceskosten van de eerste aanleg. Het hof merkt wat dit betreft overigens wel op dat het vonnis ook wat de proceskostenveroordeling betreft is vernietigd.
In rov. 4.11 van het arrest heeft het hof overwogen dat de werkzaamheden van de advocaat worden begroot aan hand van de toegewezen hoofdsom. Toegewezen is een bedrag van € 23.591,-, zodat die kosten zijn begroot op de voet van tariefgroep III van het liquidatietarief.
De conclusie is van ook dat het verzoek op geen van de punten kan worden toegewezen.

De uitspraak

Het hof:
wijst het verzoek van [appellant] tot herstel en aanvulling van het tussen bovenvermelde partijen gewezen arrest van 28 juni 2016 af.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, J.R. Sijmonsma en J.H.C. Schouten
en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 11 oktober 2016.
griffier rolraadsheer