Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr./rolnr. C/02/251506 / HA ZA 12-484)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
“ [vertegenwoordiger Service] ”). (…)”
“Inmiddels is besloten dat op dit moment geen contra-expertise wordt gedaan. Dit laat uiteraard onverlet dat het in het belang van beide partijen kan zijn om de situatie zoals die tijdens de bezichtiging met de heer [Expertise] was, intact te laten. Het is immers niet uit te sluiten dat de rechtbank een deskundige inschakelt. (…)”.
Eind maart/begin april 2011 heeft [geïntimeerde] contact opgenomen met Hermenzeil omdat hij geconstateerd had dat er een probleem was met de stuurboordmotor van de boot, deze lekte olie en koelvloeistof” en, zo begrijpt het hof, daarmee eveneens ten onrechte in r.o. 3.7 heeft overwogen dat tussen partijen “
immers vast(staat)
dat de stuurboordmotor ernstig begon te roken en olie en koelvloeistof lekte”.
bij elke handeling, prognose of eventueel reparatie uit te laten voeren”, [geïntimeerde] zelf opdracht dient te geven. Hermenzeil heeft in dat bericht verder laten weten zelf geen monteur te hebben en het [geïntimeerde] zo spoedig mogelijk te laten weten “
Als er een noodoplossing zou zijn inzake reparatie.” Gelet op dit handelen heeft Hermenzeil toen het bestaan van die feitelijke klachten niet betwist. Evenmin zijn omstandigheden aangevoerd of gebleken waaruit kan worden afgeleid dat [geïntimeerde] zich zonder enige oorzaak met imaginaire klachten bij Hermenzeil heeft gemeld, erop rekenend dat Hermenzeil toch geen onderzoek zou doen. Normaliter mag een koper die zich meldt met een door hem van een professionele verkoper gekochte zaak als een boot er immers vanuit gaan dat die verkoper minimaal een oppervlakkig onderzoek doet naar het bestaan van de gestelde gebreken, zodat in elk geval het bestaan daarvan aan het licht komt. Al met al komt het hof tot de conclusie dat het niet goed voorstelbaar is dat [geïntimeerde] met de nodige moeite zich binnen zes maanden na aflevering van de boot met de boot meldt bij Hermenzeil, terwijl er niets aan de hand zou zijn geweest met de boot, zodat het hof uitgaat van het vermoeden dat de boot bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord.
Boot is verkocht in de staat waarin deze zich bevindt” niet voldoende om aansprakelijkheid voor gebreken als de onderhavige uit te sluiten, zeker niet indien boven die zin is vermeld “
Motoren en acculader zijn technisch in orde”. Het hof merkt nog op dat uit het feit dat [geïntimeerde] heeft gesteld dat een enkele nieuwe motor € 100.000,- zou kosten (nr. 13 dagvaarding in eerste aanleg), zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt af te leiden dat de motoren van de onderhavige boot, gelet op de verkoopprijs, het niet langer zouden hoeven uithouden dan ongeveer zes maanden. Voor zover Hermenzeil met de opmerking dat de prijs voor de boot uiteindelijk ook mede is ingegeven door de [geïntimeerde] geconstateerde zeer matige staat van de boot (zie de toelichting op de grieven 3 tot en met 6) heeft willen stellen dat de koopsom zeer laag is geweest omdat de boot in zeer matige staat verkeerde en dat [geïntimeerde] daarom niet veel van de boot mocht verwachten, gaat het hof daaraan voorbij alleen al omdat Hermenzeil geen inzage heeft gegeven in de verkoopprijzen van boten als de onderhavige.