ECLI:NL:GHSHE:2016:4395
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- S.M.A.M. Venhuizen
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen door de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Oost-Brabant had eerder op 29 juni 2016 geoordeeld dat de appellant toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De appellant had verzocht om vernietiging van dit vonnis en stelde dat hij niet toerekenbaar tekort was geschoten, of dat zijn tekortkomingen gezien hun bijzondere aard buiten beschouwing moesten blijven. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 september 2016 werd de appellant bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. van der Maal, en was ook de bewindvoerder aanwezig.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant vanaf oktober 2015 arbeidsgeschikt was, maar gedurende de schuldsaneringsregeling geen betaalde arbeid heeft verricht en niet aantoonbaar heeft gesolliciteerd. De rechtbank had eerder al vastgesteld dat de appellant niet voldeed aan zijn informatieverplichting, wat de bewindvoerder belemmerde in zijn toezicht. Het hof oordeelde dat de tekortkomingen van de appellant toerekenbaar waren en dat er geen aanleiding was om deze buiten beschouwing te laten. De appellant had ook geen uitkering aangevraagd, wat betekende dat er geen inkomsten waren om aan de schuldeisers af te dragen. Het hof concludeerde dat de tekortkomingen van de appellant te ernstig en structureel waren om een verlenging van de schuldsaneringsregeling te rechtvaardigen.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank, waardoor de schuldsaneringsregeling van de appellant werd beëindigd zonder toekenning van de schone lei.