Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [appellant] , bijgestaan door mr. Jacobs;
- de heer [beschermingsbewindvoerder] , beschermingsbewindvoerder van [appellant] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van de appellant tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De appellant, die onder beschermingsbewind staat, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Limburg, dat op 28 juni 2016 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk was dat de appellant zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou nakomen. De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat hij nu in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 september 2016 heeft de beschermingsbewindvoerder van de appellant zijn steun voor het verzoek uitgesproken. Het hof heeft de relevante verklaringen en stukken beoordeeld en vastgesteld dat de appellant voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn verplichtingen kan nakomen. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met de sociale omstandigheden van de appellant, waaronder zijn gezinssituatie en de ondersteuning die hij ontvangt. Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de rechtbank vernietigd en de schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard voor de appellant, waarmee hij de kans krijgt om zijn schulden te saneren.