ECLI:NL:GHSHE:2016:4386
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- J.I.M.W. Bartelds
- P.J.M. Bongaarts
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling en de rol van de toelatingszitting
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had eerder op 17 mei 2016 de schuldsaneringsregeling op verzoek van de bewindvoerder beëindigd, omdat de appellante haar verplichtingen niet naar behoren nakwam en er feiten waren die reden zouden zijn geweest om het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling af te wijzen. De appellante had tijdens de toelatingsprocedure niet gemeld dat er een procedure liep over een onterecht ontvangen uitkering, wat door de rechtbank als uitkeringsfraude werd beschouwd.
In hoger beroep heeft de appellante betoogd dat zij open kaart heeft gespeeld en dat de terugvordering van de gemeente Heerlen niet onder de schuldsanering valt, omdat deze al voor de toelating was ontstaan. Het hof heeft vastgesteld dat er geen toelatingszitting heeft plaatsgevonden voor een rechter, maar enkel een gesprek met een gerechtssecretaris. Dit is in strijd met de Faillissementswet, die vereist dat een rechter de aanvraag behandelt. Het hof oordeelt dat de rechtbank niet had mogen besluiten tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling, omdat de appellante niet op onjuiste wijze heeft gehandeld en de bewindvoerder niet tijdig heeft gecommuniceerd over de boedelachterstand.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de schuldsaneringsregeling met 12 maanden verlengd, zodat de appellante de kans krijgt om de boedelachterstand in te lopen. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte procedure bij de toelating tot de schuldsanering en de bescherming van de rechten van de schuldenaar.