ECLI:NL:GHSHE:2016:430
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs bij opzettelijke aanrijding op autosnelweg
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot zware mishandeling en had hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een aanrijding op de autosnelweg A50 op 24 september 2011, waarbij de verdachte met zijn auto tegen de auto van de aangever, genaamd [A], botste. De politierechter had geoordeeld dat de verdachte opzettelijk had gehandeld, maar het hof kwam tot een andere conclusie.
Het hof oordeelde dat de verklaringen van de aangever en getuigen, die de aanrijding als opzettelijk interpreteerden, niet als overtuigend bewijs konden worden aangemerkt. De verdachte had verklaard dat hij in een slip was geraakt en in een reflex naar rechts had gestuurd, wat het hof als een mogelijk scenario beschouwde. Deskundigen hadden dit scenario ondersteund door middel van een computersimulatie en hun verklaringen. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet en sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit.
De beslissing van het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging. De uitspraak benadrukt het belang van overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van deskundigen in het onderzoek naar de feiten.