ECLI:NL:GHSHE:2016:43

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 januari 2016
Publicatiedatum
12 januari 2016
Zaaknummer
HD 200.158.701_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bewijslevering en processtukken in civiele procedure

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door [appellant] tegen [beheer] Beheer B.V. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, gewezen op 9 juli 2014. De procedure in eerste aanleg betrof een civiele zaak waarin [appellant] als eiser optrad en Klokgieters Beheer als gedaagde. Het hof heeft in deze zaak op 12 januari 2016 een arrest gewezen, waarin het hof de advocaat van [appellant] opdraagt om een compleet procesdossier van de eerste aanleg over te leggen. Dit dossier moet deugdelijk gebundeld zijn en voorzien van tabs ter onderscheiding van de afzonderlijke processtukken, inclusief een inventarislijst en een overzicht van producties. Het hof heeft geconstateerd dat er belangrijke stukken ontbreken in het dossier, zoals de inleidende dagvaarding en het eindvonnis van de rechtbank. Ondanks verzoeken van de griffie om deze stukken aan te leveren, zijn deze nog niet overgelegd door de advocaat van [appellant]. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen en de advocaat van [appellant] de gelegenheid gegeven om op 9 februari 2016 de ontbrekende stukken in te dienen. Het hof houdt verder oordeel aan totdat de advocaat aan deze opdracht voldoet.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.158.701/01
arrest van 12 januari 2016
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. Q.J. van Riet te Venlo,
tegen
[beheer] Beheer B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als [beheer] Beheer,
advocaat: mr. D. Dronkers te Roermond,
op het bij exploot van dagvaarding van 6 oktober 2014 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 9 juli 2014, door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, gewezen tussen [appellant] als eiser en Klokgieters Beheer als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/04/126974, rolnr. HA ZA 13-352)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en naar het in dezelfde zaak gewezen tussenvonnis van 12 februari 2014.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven met twaalf producties (nrs. 11 tot en met 22) en drie grieven;
  • de memorie van antwoord.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van het geldende procesreglement ligt het op de weg van [appellant] als appellant om aan het hof over te leggen: een kopie van het volledige procesdossier van het geding in eerste aanleg, deugdelijk gebundeld en voorzien van tabs ter onderscheiding van de afzonderlijke processtukken, een inventarislijst, overzicht van producties en (eventuele) kleurenfoto’s, onder gelijktijdige verzending van een afschrift van de inventarislijst en het overzicht van producties aan de wederpartij.
3.2.
In het door [appellant] overgelegde procesdossier van het geding in eerste aanleg heeft het hof alleen aangetroffen:
 De inleidende dagvaarding met zes producties;
 Het tussenvonnis van 12 februari 2014, waarbij een comparitie is gelast;
 Het eindvonnis van 9 juli 2014.
Dat brengt mee dat in het dossier van het geding in eerste aanleg ontbreken:
De conclusie van antwoord met eventuele producties (de conclusie van antwoord is genoemd in het tussenvonnis)
Het proces-verbaal van de op 22 mei 2014 gehouden comparitie van partijen (dit proces-verbaal is genoemd in het eindvonnis)
Vermoedelijk: door [appellant] ten behoeve van de comparitie van partijen ingezonden producties 7 tot en met 10 (want de producties bij de inleidende dagvaarding lopen tot nr. 6, en bij de memorie van grieven worden de producties doorgenummerd vanaf productie 11)
Wellicht: eventuele door [beheer] Beheer ten behoeve van de comparitie ingediende stukken.
3.3.
Op maandag 7 december 2015 heeft de griffie van het hof de advocaat van [appellant] verzocht om alsnog een kopie van de ontbrekende stukken in te dienen bij het hof. Vervolgens heeft over dat verzoek op 8 december 2015 nog telefonisch contact plaatsgevonden tussen de advocaat van [appellant] en de griffie van het hof. Tot op dit moment heeft deze informele poging om het dossier van het geding in eerste aanleg compleet te krijgen geen succes gehad. De advocaat van [appellant] heeft de ontbrekende stukken nog niet overgelegd.
3.4.
Het hof zal de zaak nu naar de rol verwijzen en de advocaat van [appellant] opdragen om op de genoemde roldatum een kopie over te leggen van het volledige procesdossier van het geding in eerste aanleg, deugdelijk gebundeld en voorzien van tabs ter onderscheiding van de afzonderlijke processtukken, een inventarislijst, overzicht van producties en (eventuele) kleurenfoto’s, onder gelijktijdige verzending van een afschrift van de inventarislijst en het overzicht van producties aan de wederpartij.
3.5.
Als de advocaat van [appellant] niet aan deze opdracht voldoet, zal het hof daaraan de gevolgtrekkingen verbinden die het geraden acht. Het hof houdt elk verder oordeel nu aan.

4.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 9 februari 2016 teneinde de advocaat van [appellant] in de gelegenheid te stellen op die datum een kopie over te leggen van het volledige procesdossier van het geding in eerste aanleg, deugdelijk gebundeld en voorzien van tabs ter onderscheiding van de afzonderlijke processtukken, een inventarislijst, overzicht van producties en (eventuele) kleurenfoto’s, onder gelijktijdige verzending van een afschrift van de inventarislijst en het overzicht van producties aan de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. I.B.N. Keizer, O.G.H. Milar en M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 januari 2016.
griffier rolraadsheer