Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 21 juli 2015;
- de memorie van antwoord met vier producties;
- de akte van [appellant] van 10 november 2015 met drie producties;
- de antwoordmemorie van Ennatuurlijk.
6.De verdere beoordeling
grieven 1 en 2hebben betrekking op het oordeel van de kantonrechter in de rov. 4.2 en 4.3 van het tussenvonnis dat sprake is van onverschuldigde betaling. [appellant] betwist dat sprake is van onverschuldigde betaling. De grieven zijn mede toegelicht in de punten 72 tot en met 84 van de memorie van grieven.
grief 3, die zich keert tegen rov. 4.4 van het tussenvonnis, stelt [appellant] dat de kosten voor de warmtelevering vóórafgaande aan de oplevering van de warmtepomp ten laste komen van [projectontwikkeling] krachtens artikel 9 van de Algemene voorwaarden behorende bij de aannemingsovereenkomst, luidende:
grief 4komt [appellant] op tegen de afwijzing van zijn verweren (in rov. 4.6 van het tussenvonnis) over het functioneren van de warmtepompinstallatie, met name de overcapaciteit van de warmtepompinstallatie en het feit dat een open bronsysteem in plaats van een gesloten bronsysteem is aangelegd.
zelftekort is geschoten in haar eigen verplichting tot levering van warmte en/of warm tapwater, maar daarvan blijkt niet. [appellant] heeft de in rekening gebrachte warmte/warm tapwater van Ennatuurlijk geleverd gekregen en ook ontvangen. Dat [appellant] wellicht meer warmte en/of warm tapwater heeft moeten afnemen omdat [projectontwikkeling] een ander warmtetoevoersysteem heeft aangebracht dan hij verwachtte, regardeert Ennatuurlijk niet. [appellant] stelt dat door toedoen van Ennatuurlijk ten onrechte een openbronsysteem is geplaatst, maar hij miskent dat de plaatsing van dat systeem wordt beheerst door de contractuele relatie tussen [appellant] en [projectontwikkeling] .
grief 5voert [appellant] aan dat de kantonrechter ten onrechte Ennatuurlijk is gevolgd in de onderliggende berekeningswijze, in het bijzonder het Niet Meer dan Anders (NMDA) principe en de Tariefadviezen van EnergieNed. In
grief 6wordt opgekomen tegen het oordeel dat [appellant] ook vast recht verschuldigd is; in randnummer 147 mvg wordt opgekomen tegen de hoogte van het vastrecht. In
grief 7wordt nogmaals opgekomen tegen het hanteren van de NMDA-methode en subsidiair wordt daaraan toegevoegd dat het gebruik van de marktwaardemethode in plaats van de rendementsmethode onredelijk is. In randnummer 149 mvg noemt [appellant] de onmogelijkheid tot controle van het verbruik.
grief 9
grief 10betoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte buitengerechtelijke kosten heeft toegewezen. De grief is gegrond. Ennatuurlijk heeft onvoldoende aangetoond dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht waarvan de kosten niet in de proceskosten besloten liggen. Zij stelt weliswaar dat zij uitvoerige correspondentie heeft gevoerd met [appellant] en de overige weigerachtige bewoners om hen te bewegen tot betaling over te gaan, maar dit is onvoldoende voor toekenning van buitengerechtelijke kosten, noch daargelaten dat correspondentie met de overige bewoners in deze zaak niet voor vergoeding in aanmerking komt.
grief 11wordt opgekomen tegen de veroordeling van [appellant] om mee te werken aan het afsluiten van de warmteaanvoer op verbeurte van een dwangsom. In de toelichting op de grief verwijst [appellant] naar hetgeen hij eerder in de memorie van grieven heeft aangevoerd. Nu de grieven 1 tot en met 9 falen, dient grief 11 het lot daarvan te delen.