In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P.M. Wawrzyniak, heeft een dressuurpaard gekocht dat niet aan de verwachtingen voldeed. De appellant heeft een vordering tot voeging ingediend van deze zaak met een andere aanhangige zaak, waarin hij als geïntimeerde optreedt. Het hof heeft op 10 mei 2016 een tussenarrest gewezen en een comparitie na aanbrengen gelast. De procedure heeft verder gelopen met een proces-verbaal van comparitie op 15 juni 2016. De geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. S.A. Wensing, hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een antwoordmemorie in te dienen.
Het hof heeft de vordering tot voeging beoordeeld en vastgesteld dat de zaken verknocht zijn, aangezien beide zaken betrekking hebben op hetzelfde vonnis van de rechtbank. Het hof heeft de voeging van de zaken bevolen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerden, met een aanhouding van verdere beslissingen. Dit arrest is gewezen op 20 september 2016 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.