Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 17 augustus 2015;
- de brief met bijlagen van de GI d.d. 24 december 2015.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 17 augustus 2015, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van zijn minderjarige dochter is verlengd. De vader, die in hoger beroep is gekomen, heeft verzocht om de beschikking te vernietigen en te bepalen dat de machtiging tot uithuisplaatsing niet wordt verlengd. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2012, staat sinds 9 augustus 2012 onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en is sinds juli 2013 uit huis geplaatst in een pleeggezin.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 januari 2016 zijn zowel de vader als de GI, de moeder, de raad en de pleegvader gehoord. De vader heeft aangegeven dat hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en in staat is om voor zijn dochter te zorgen. De GI heeft echter betoogd dat de vader nog steeds te maken heeft met psychiatrische problematiek en dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de zorg en opvoeding van de minderjarige.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is. De vader kan op dit moment niet de opvoedingsvaardigheden bieden die de minderjarige nodig heeft. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de moeder om aanhouding afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 februari 2016.