Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 20 april 2016;
- het verweerschrift inclusief incidenteel hoger beroep en vermeerdering van eis, met producties, ingekomen ter griffie op 6 juni 2016;
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep met productie, ingekomen ter griffie op 16 juni 2016;
- een V6-formulier van [appellant] met producties, ingekomen ter griffie op 30 juni 2016;
- de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 19 januari 2016;
3.De beoordeling
“8. GEHEIMHOUDINGa. Gedurende en na het beëindigen van het dienstverband zal de werknemervolstrekte geheimhouding betrachten omtrent hetgeen in de uitoefening vanzijn functie ter vertrouwelijke kennis komt of is gekomen in verband met debedrijfsaangelegenheden van werkgever en/of van zijn opdrachtgevers, zoalsbijvoorbeeld bijzonderheden betreffende procedures, contracten,marketingplannen, databestanden, etcetera. Dit op straffe van verbeurte aanwerkgever een ineens opvorderbare boete zonder sommatie ofingebrekestelling van € 450,- onverminderd werknemers gebondenheid totbetaling van een volledige schadevergoeding te dezer zaak, indien deze meerdan gemeld boetebedrag mocht belopen. Het niet nakomen van dezegeheimhoudingsplicht vormt, in geval van een nog lopend dienstverband, eendringende reden tot ontslag op staande voet.b. Onder vertrouwelijke kennis wordt begrepen: kennis waarvan werknemer devertrouwelijkheid begrijpt of dient te begrijpen. Bovendien dient werknemeralle redelijk te achten maatregelen te treffen om te voorkomen dat personen,die geen kennis behoren te dragen van bedrijfsaangelegenheden als hiervoor
“17.3.2.Richtlijnen voor internet- en e-mail gebruika. Zorg ervoor dat vertrouwelijke informatie betreffende werkgever, klantenvan werkgever of werknemers wordt beschermd.(…)c. Zorg dat vertrouwelijke informatie voor anderen ontoegankelijk isopgeslagen in de computer.”
“ [appellant] ,
- op 10 februari 2015 1.226 prijscalculaties;
- op 18 augustus 2015 597 prijscalculaties;
- op 27 augustus 2015 397 prijscalculaties;
- op 28 augustus 2015 235 prijscalculaties.
Ook bleek uit dit onderzoek dat [appellant] sinds december 2014 diverse sollicitaties heeft verricht.
€ 25.000,- bruto te betalen en dat het verzoek van [appellant] tot toekenning van een billijke vergoeding is afgewezen.
ernstig verwijtbaar handelen en/of nalatenis de uitzonderingsbepaling van artikel 7:673 lid 7 lid c BW niet van toepassing en maakt hij aanspraak op de gehele transitievergoeding van
€ 91.777,- bruto (grieven VII en IX). Daarbij komt dat de arbeidsovereenkomst, bij gebreke van verwijtbaarheid, ten onrechte is ontbonden. Herstel is niet wenselijk omdat [appellant] een nieuw dienstverband heeft. Hij maakt daarom aanspraak op een
billijke vergoedingvan
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten van [appellant] zoals bedoeld in artikel 7:673 lid 7 onderdeel c BW. Indien dit het geval is, dan heeft [appellant] geen recht op een (volledige) transitievergoeding, zoals [verweerster] heeft betoogd.
[verweerster] heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep bevestigd dat e-mails van klanten normaal gesproken naar een algemeen e-mailadres van [verweerster] worden gestuurd en in voorkomende gevallen door [verweerster] (in kopie) worden doorgestuurd naar betrokken medewerkers, zoals [appellant] , om een en ander te kunnen volgen. Accell Hunland was voor [verweerster] een nieuwe klant, zij had volgens [verweerster] in dit geval kennelijk alleen e-mails rechtstreeks naar [appellant] gestuurd.
[appellant] heeft in dit verband in eerste aanleg betoogd dat hij in zijn vrije tijd, thuis, bezig is geweest met het maken van analyses voor een marketing- en salesplan. De analyse was erop gericht om een goed beeld te krijgen van de verhoudingen arbeid/materiaal in de kostprijsopbouw per klant, zodat beoordeeld kon worden welke klant een strategisch risico kon vormen gelet op arbeidskosten in lagelonenlanden. De calculaties waren daarbij nodig. Zijn privécomputer (iMac) is vrijwel dagelijks in gebruik bij zijn kinderen, zodat hij is aangewezen op zijn iPad. Hij kon de op een usb-stick gedownloade bestanden, via plaatsing op zijn iMac, raadplegen op zijn privé iPad. Zijn zakelijke iPad lag op kantoor en is door hem niet, of nauwelijks gebruikt. Hij is medio oktober/november 2015 gestopt met de analyses en heeft alle bestanden, zowel van de usb-stick als van de iPad, verwijderd (verweerschrift in eerste aanleg punten 44-45 en beroepschrift punt 9).
principaalhoger beroep aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op € 314,- aan griffierecht en op € 1.788,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief (tarief II, 2 punten x € 894,00). De onweersproken verzochte uitvoerbaar bij voorraadverklaring zal eveneens worden toegewezen.
incidenteelhoger beroep aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op € 447,- overeenkomstig het liquidatietarief (tarief II, 0,5 punt x
€ 894,-). [appellant] heeft in incidenteel hoger beroep geen uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de proceskosten verzocht.