Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3234188 CV EXPL 14-7743)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
Private Parking” (prod. 9 cva).
Van cliënte begreep ik dat zij inmiddels aan uw onderstaande verzoek hebben voldaan. Ik verzoek u dan ook per omgaande te willen bevestigen dat het voertuig van cliënten inmiddels uw terrein heeft kunnen verlaten, dan wel direct het terrein kan verlaten.” (prod. 6 inl. dagv.)
blijft derhalve van mening dat de eiswijziging van [appellante] geweigerd had moeten worden en verzoekt het Hof, voor zover het Hof aan de beoordeling van de schade zou toekomen, dit alsnog te doen”. (mva nr 22). Vooruitlopend op de devolutieve werking van het hoger beroep die bij de gegrondbevinding van een van de grieven van [appellante] aan de orde zou komen, beslist het hof dat het in dit hoger beroep recht doet op dezelfde vordering als waarop de kantonrechter in eerste aanleg recht deed. Immers, tegen de beslissing waarbij de rechter in eerste aanleg een eiswijziging toestaat, staat krachtens artikel 130 lid 2 Rv geen hoger beroep open.
vermoeddedat de oplegger van Huktra was. De chauffeur van [appellante] heeft aangegeven dat de oplegger van [appellante] was.
Meestal zijn oplegger en container van dezelfde partij” (cva nr 26).
4.De uitspraak
J.R. Sijmonsma en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 6 september 2016.