4.1De rechtbank heeft in het eindvonnis van 28 januari 2015 onder 2. een aantal feiten vastgesteld. Deze vaststelling luidt als volgt (met een door het hof aangebrachte letteraanduiding en een correctie):
De Gemeente is sinds 22 januari 1954 eigenaar van kasteelruïne De Keverberg te Kesse1.
In de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Kessel is op zeker moment besloten om initiatieven te ondersteunen om het kasteel te herbouwen/restaureren.
Bij dit traject is ook De Bouwloge betrokken geraakt. De Bouwloge is een stichting die beschikt over multidisciplinaire expertise met betrekking tot de restauratie en reconstructie ten behoeve van het behoud van monumentaal en cultureel erfgoed.
Op 25 september 2008 hebben de Gemeente, Stichting De Keverberg en De Bouwloge een overeenkomst gesloten waarin aan De Bouwloge opdracht is verstrekt voor het samenstellen van een dossier ten behoeve van de restauratie en reconstructie van Kasteel de Keverberg alsmede het zoeken van een eigenaar/investeerder voor het kasteel.
In deze overeenkomst is - voor zover van belang - het volgende bepaald:
De Stichting tot Behoud van Cultureel Erfgoed/De Bouwloge begeleidt u tijdens de invulling en uitvoering van de restauratie en reconstructieplannen voor kasteel Kessel.
De Stichting tot Behoud van Cultureel Erfgoed/De Bouwloge zorgt voor de samenstelling van het dossier t.b.v. de restauratie en reconstructie van Kasteel de Keverberg te Kessel. E.e.a. conform het door ons reeds aangereikte voorstel dat als bijlage is opgenomen bij deze opdracht tot dienstverlening.
(...)
Gelijk na het gereed komen van “het dossier”, zal de Stichting tot Behoud van Cultureel Erfgoed/De Bouwloge o.b.v. exclusiviteit, in haar netwerk op zoek gaan naar een nieuwe investeerder/eigenaar.
Om kwaliteitswaarborging te garanderen tijdens de uitvoering van de restauratie en reconstructie, kwamen wij overeen dat de uitvoering van de reconstructie en restauratie, enkel zat plaatsvinden door de leden van De Bouwloge van de Stichting tot behoud van Cultureel Erfgoed. Voor de uitvoering van de reconstructie zal de Stichting tot Behoud van Cultureel Erfgoed/De Bouwloge gerechtigd zijn haar rechten en verplichtingen over te mogen dragen aan de coöperatie De Bouwloge (i.o).
Wij spraken af dat onze Stichting een exclusiviteitstermijn heeft tot 13 april 2010.
De gemeente alsmede Stichting de Keverberg garanderen gezamenlijk hetgeen is overeengekomen in deze opdracht tot dienstverlening z.g.n. 3 partijenovereenkomst. Beiden partijen zullen dan ook separaat deze overeenkomst voor akkoord tekenen.
(...)
10. De toezegging is dat liet dossier klaar zal zijn 2 maanden na dagtekening van dit
contract. (…) Omdat wij volledig vertrouwen hebben in liet welslagen van de samenwerking, kwamen wij overeen dat wij “het dossier” zullen opmaken voor een vast totaal bedrag van Euro 15.000,= excl. btw. De betaling vindt plaats in 3 gelijke termijnen.
De Gemeente heeft uit hoofde van bovenstaande overeenkomst een bedrag van
€ 17.850,= (incl. btw) aan de Bouwloge voldaan.
Vervolgens is een stuurgroep in het leven geroepen om de bouwplannen voor kasteel De Keverberg te begeleiden. In deze stuurgroep waren vertegenwoordigd de drie bovengenoemde contractspartijen, te weten de Gemeente, Stichting De Keverberg en De Bouwloge.
Op 22 januari 2009 was de eerste bijeenkomst van de stuurgroep. Besloten is om over te gaan tot gefaseerde herbouw van het kasteel met een commerciële herbestemming, te beginnen met de donjon. Dit plan heeft echter geen doorgang gevonden omdat de Provincie Limburg de gefaseerde herbouw niet wilde meefinancieren. Vervolgens is besloten om te komen tot volledige - niet gefaseerde - herbouw van het kasteel. Hiervoor zou een subsidie worden aangevraagd bij de Rijksoverheid, in het kader van de “Restauratieregeling Monumenten 2010 en 2011” (ook wel: kanjersubsidie).
Ten aanzien van de contractuele relatie tussen De Gemeente en De Bouwloge is in het verslag van Stuurgroep Bouwplannen Keverberg d.d. 28 april 2010 - voor zover thans van belang - het volgende opgenomen:
“Afgesproken wordt dat door Bouwloge een offerte wordt gemaakt van kosten verdere ondersteuning die aan dc Gemeente Peel en Maas wordt toegezonden. Verder zal Bouwloge ook nog een gedetailleerd overzicht verstrekken van de door hen gemaakte kosten, welke nog niet door de gemeente betaald zijn.”
Naar aanleiding van bovenstaande afspraak heeft De Bouwloge een bedrag van € 43.590,= (excl. btw) bij de Gemeente in rekening gebracht. Vervolgens is een geschil gerezen tussen partijen over de grondslag van deze declaratie. Tijdens een gesprek op 17 mei 2010 zijn partijen overeengekomen dat de Gemeente tegen finale kwijting een bedrag van € 16.610,= (excl. btw) aan De Bouwloge zou betalen ten aanzien van liet bestek van de donjon.
In het verslag van 16 juni 2010 is vervolgens opgenomen: “De kwestie van gemaakte kosten tot nu toe is afgewikkeld, er komen nu verder geen kosten; tenzij dit van tevoren is aangegeven; offerte zal t.z.t. worden uitgebracht.”
Bij e-mail van 14 september 2010 maakt De Bouwloge melding van door haar gemaakte kosten. De Bouwloge claimt een vergoeding van architectkosten op basis van 6% over de totale aanneemsom van liet project (€ 3.400.000,=), te weten € 200.000,=. Daarnaast maakt De Bouwloge melding van projectvoorbereidingskosten ad 4%.
In het verslag van de Stuurgroep van 27 september 2010 is als agendapunt 7 - voor zover van belang - het volgende opgenomen.
“De Bouwloge wil uiterlijk binnen 13 weken na indiening van de subsidieaanvraag duidelijkheid over de financiële afwikkeling van de door hen gemaakte voorbereidingskosten en wel over betaling van een gedeelte hiervan. (...) Bij de gemeente voorziet een voorbereidingskrediet op onderzoekskosten en niet op kosten van een architect. Als binnen deze termijn er een positief besluit ligt op de subsidieaanvraag op grond van de restauratieregeling, zal dit voorgelegd moeten worden aan college en raad. Daarvoor moet er duidelijkheid zijn over de business case m.b.t. o.a. de bouwkosten met bijkomende kosten, verrekenbaarheid van de btw, de realiteit van de invulling, het gebruik door de bevolking en de (financiële) exploitatie. In verband hiermede is nu duidelijk dat de indiening van de subsidieaanvraag door De Bouwloge op basis van “no cure no pay “(en dus geheel voor eigen risico) geschiedt, zoals door het college is besloten en door PF[lees: wethouder [wethouder]]
in een gesprek vanmiddag met o.a. De Bouwloge ook is medegedeeld.”
De Bouwloge heeft met een daartoe strekkende machtiging van de Gemeente, de subsidieaanvraag Restauratieregeling Monumenten 2010 en 2011 ingediend.
Bij besluit van 23 november 2010 is bedoelde subsidieaanvraag afgewezen. De reden hiervan is dat bij de aanvraag geen elementenbegroting was gevoegd.
Vervolgens heeft de Provincie Limburg bericht dat zij alsnog bereid is om een subsidiebedrag van € 175.000,= (in het vonnis abusievelijk €175.000.000,=) ter beschikking te stellen voor de herbouw van de donjon.
In februari 2011 bleek op grond van een overeenkomst tussen de Provincie Limburg en Regiofonds Noord-Limburg dat € 2.000.000,= geïnvesteerd mocht worden in de herbouw van kasteel De Keverberg. Het resterende bedrag dat nodig is voor de herbouw is door de Gemeente gefinancierd.
Bij besluit van de gemeenteraad van 18 oktober 2011 is een gemeentelijk krediet van € 2.175.000,= voor herbouw van het kasteel ter beschikking gesteld. Tevens is een bedrag van € 135.000,= voor overige kosten kasteeltuinen/ruïne beschikbaar gesteld.
Kasteel De Keverberg is vervolgens voor een symbolisch bedrag van € 1,= overgedragen aan Stichting De Keverberg. Stichting De Keverberg is vanaf dat moment eigenaar en bouwheer.
De uitvoering van de herbouw is vervolgens openbaar aanbesteed. Bij deze aanbestedingsprocedure was De Bouwloge geen partij.
Bij brief van 31 januari 2012 heeft De Bouwloge een bedrag van € 255.641,75 bij de Gemeente in rekening gebracht.
De Gemeente is niet overgegaan tot betaling van dit bedrag. Bij brief van 27 maart 2012 heeft de Gemeente aan De Bouwloge medegedeeld dat zij geen opdracht heeft verstrekt tot het verrichten van de door De Bouwloge genoemde werkzaamheden tegen de door De Bouwloge gevorderde vergoeding.