[appellant] en [appellante] kunnen zich met deze beslissing niet verenigen en zij zijn hiervan ieder voor zich in hoger beroep gekomen. [appellant] en [appellante] hebben in het beroepschrift - zakelijk weergegeven - en aangevuld ter zitting in hoger beroep, het volgende aangevoerd.
Achteraf bezien begrijpen appellanten dat zij bezwaar hadden moeten maken tegen de belastingaanslagen. Zij blijven van mening dat de aanslagen ten onrechte zijn opgelegd.
Appellanten beroepen zich op de hardheidsclausule. Zij worden al een jaar begeleid door een budgetcoach en uit de ter zitting in hoger beroep overgelegde email van de budgetcoach, mevrouw [budgetcoach], blijkt dat appellanten hieraan goed meewerken. Er is sprake van een stabiele financiële situatie en er worden geen nieuwe schulden meer gemaakt.
Recentelijk is er nog wel een nieuwe terugvorderingsbeslissing van de Belastingdienst ontvangen over het jaar 2013. Het gaat om een bedrag van circa € 1.500,--, aldus [appellante]. De budgetcoach heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt.
[appellant] was er niet van op de hoogte dat hij zijn sollicitatiebewijzen tijdig aan het hof en/of zijn advocaat diende te verstrekken. Hij solliciteert circa 3 keer per week.
[appellante] werkt 32 uur per week, waarvan 4 uur per week om ATV-dagen te sparen. Zij kan bij haar huidige werkgever niet meer uren werken en wil bovendien ook nog thuis zijn voor haar kind van thans 9 jaar. Wanneer [appellante] tot de schuldsaneringsregeling wordt toegelaten, weet zij dat, met het oog op de belangen van haar schuldeisers, zij zal moeten voldoen aan de verplichting om minimaal 36 uur per week betaalde werkzaamheden te verrichten.