Uitspraak
[handelsnaam],
5.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01/255460/HA ZA 12-988)
6.Het geding in hoger beroep
7.De beoordeling
dat ondergetekenden een en ander schriftelijk wensen vast te leggen, vooruitlopend op een officiële samenwerkingsovereenkomst als Agent van MS voor de regio KSA die binnen 6 maand na dagtekening zal worden vastgelegd.
de officiële samenwerkingsovereenkomst als Agent, zal na 1 jaar – bij wederzijdse tevredenheid en goedkeuring – kunnen worden omgezet in een volledige Distributie overeenkomst
De ondergetekenden:
“(…) ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer [geïntimeerde] in de functie van algemeen directeur” heeft opgesteld. Hij heeft hierbij blijkens het proces-verbaal, opgemerkt: “
[geïntimeerde] en zijn zoon handelde onder de naam [handelsnaam] . Ik wist dat [geïntimeerde] directeur was van HVR. Ik wist niet of [handelsnaam] een handelsnaam was van HVR, of dat dat een aparte BV was of een BV in oprichting. Daar is nooit over gesproken. Ik heb nooit gevraagd wat de juridische status van [handelsnaam] was en [geïntimeerde] heeft op dit punt ook de overeenkomst niet aangepast.”
gegeven is derhalve dat niet kenbaar was dat [geïntimeerde] handelde voor een BV in oprichting” en nr. 73 van de memorie van grieven waarin SKS bestrijdt dat tijdig is gebleken dat zij met een vennootschap i.o. handelde.
van drie (3) jaar met een wederzijdse opzegtermijn van 6 maanden.(…)”(zie r.o. 7.1 sub a).
:”(…) Wij zouden de overeenkomst het liefst voor 5 jaar vastleggen, dit vanwege de investeringen die we moeten gaan doen. We zouden echter akkoord kunnen gaan met minimaal 3 jaar (waarvan een jaar proeftijd) met daarin een automatische verlenging voor onbepaalde tijd zolang er wederzijdse tevredenheid is.
worden uitgelegd dat deze opzegbevoegdheid met bijbehorende termijn pas zou gelden wanneer de overeenkomst was overgegaan in een overeenkomst voor onbepaalde tijd”. (nrs. 95 e.v. memorie van grieven).
Toevoegen: Wederzijdse opzegtermijn: 6 maanden” (productie 7 memorie van grieven) geven wat dit betreft geen eenduidigheid, mede omdat SKS kennelijk ook akkoord is met een termijn van drie jaar met een relatief gezien lange proeftijd van een jaar. Grammaticaal gezien ligt de uitleg van SKS niet voor de hand: de zinsnede “
met een wederzijdse opzegtermijn van 6 maanden” in de overeenkomst staat immers in de zin waarin is vermeld dat de overeenkomst een tijdsduur heeft van drie jaar. Daarna volgt een zelfstandige zin inhoudende “
Na deze drie jaar zal in overleg worden gekeken onder welke voorwaarden de samenwerking wordt voortgezet”. In elk geval blijkt tekstueel niet dat de opzegtermijn van zes maanden niet ziet op de overeenkomst van drie jaar, waar die opzegtermijn in een bijzin is opgenomen, maar juist op de aansluitend te sluiten overeenkomst die is vermeld in de volgende zelfstandige zin. Een en ander levert het vermoeden op dat [geïntimeerde] de juiste uitleg geeft aan de bepaling. Het hof zal SKS toelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands aannemelijke uitleg dat de tussen partijen op 28 april 2011 gesloten overeenkomst voor de duur van drie jaar kan worden opgezegd met een termijn van zes maanden.