7.1Onder 2.1. tot en met 2.10. van het vonnis van 14 augustus 2013 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten zij is uitgegaan. Voor zover die feiten niet zijn bestreden en in dit appel relevant zijn zal ook het hof van die feiten zal uitgaan. Het hof zal hierna die vaststaande feiten weergeven.
a. [Investments] is een vennootschap die alle aandelen houdt in het in [vestigingsplaats] gevestigde [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd. (verder: [Investments] ). [Investments] is de houdster van bijna alle (zie hierna de beoordeling van grief 1) aandelen in het op Bali gevestigde PT [BB] (verder: [BB] ). [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] is indirect (via weer een andere vennootschap) enig aandeelhouder en bestuurder van [Investments] . [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] heeft alle zeggenschap in de keten [Investments] , [Investments] en [BB] . [BB] houdt zich bezig met de realisatie en (daarna) exploitatie van een vakantiepark op Bali ( [plaats 1] ).
b. Ter verkrijging van kapitaal voor de aankoop van grond en de bouw van vakantievoorzieningen zijn er gesprekken en onderhandelingen gevoerd tussen [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] en [Recycling en Beheer] B.V. om in het project te investeren. [Recycling en Beheer] B.V. voert een onderneming die zich bezig houdt met recycling van allerlei zaken. [Recycling en Beheer] B.V. wordt geleid door de twee broers [broer 1] en [broer 2] .
c. Het e-mailbericht van 15 april 2011, 17:11 van [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] aan onder meer Ed [Recycling en Beheer] en de accountant van [Recycling en Beheer] , [accountant van Recycling en Beheer] (productie 1 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“(…) Een vraag van [accountant van Recycling en Beheer] was of het land in naam van jullie BV kan worden gekocht. Misschien heb ik dat verkeerd begrepen, maar rechtstreekse aankoop kan nooit door een buitenlandse BV. (…) Wat niet kan (binnen ons project) is dat wij land separaat gaan aankopen per investeerder. Wij hebben een totaalplan. (…)
Kortom: de aandelen van PT [BB] worden gecertificeerd onder de deelnemers naar rato van hun deelname. [Investments] Ltd (…) blijft hierna “onze” deelnemende vennootschap. (…) Wij hebben overigens een LTD (moedermij van PT [BB] , genaamd [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited) ter beschikking waarover boekingen gedaan kunnen worden naar PT [BB] (…)”
d. Het e-mailbericht van 28 april 2011, 11:57 van [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] aan [broer 1] (productie 2 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“(…) Jullie deelname is niet het aankopen van de grond. (…) Wat jullie doen is het aankopen van aandelen in PT [BB] , en daarmee indirect de eigendom van de grond. Dat was ook de bedoeling, want alle investeerders tezamen zijn middellijk onverdeeld gerechtigden. (…)”.
e. Het klankbordverslag van 18 mei 2011 (productie 3 bij inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover relevant:
(…) Structuur:
- [Investments]
(…)
- 100% deelneming in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd.
- dit is een open vennootschap, geen trust
- deze heeft weer een 100% deelneming in PT [BB]
(…)”.
f. Het e-mailbericht van 23 mei 2011, 9:33 van [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] aan [broer 1] en [broer 2] (productie 4 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“(…) De eerstvolgende landtransactie staat al voor woensdag a.s. gepland (…). Het gaat om een groter stuk land. (…) Het is dus de daadwerkelijke juridische levering. Hiervoor is een bedrag van € 250 k nodig. (…) Kunnen wij vandaag tot actie overgaan of een tussenoplossing vinden? De geldstroom moet van Nederland naar [vestigingsplaats] (wegens aantoonbaarheid storting aandelen) (…)”.
g. Het e-mailbericht van 24 mei 2011, 17:49 van [accountant van Recycling en Beheer] aan [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] (productie 5 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“Ik heb zojuist overleg gehad (…) aangaande de investering van [broer 1] en [broer 2] op Bali. (…)
Ik begreep vandaag van [broer 1] dat jij hem gister een mail hebt gestuurd, waarin wordt aangegeven dat je morgen 250K nodig hebt bij de notaris, voor de juridische levering van de grond.
Vanmiddag hebben [broer 1] , [betrokkene 1] en ik besproken dat [broer 1] en [broer 2] vanuit CRB deze 250K willen lenen aan [Investments] Investment Nederland BV. Voor deze lening zal een overeenkomst opgemaakt worden. Onderdeel van deze leningsovereenkomst zal zijn dat, ter zekerheid, pandrecht op de aandelen van [Investments] investment [vestigingsnaam] Ltd, gegeven zal worden aan CRB. [broer 1] en [broer 2] zijn bereid deze lening renteloos te verstrekken in afwachting van de op te zetten structuur en de uiteindelijke deelname van [broer 1] en [broer 2] in [Investments] Investment [vestigingsnaam] Ltd. Van 45%. (…)”.
h. De op 25 mei 2011 tussen [Recycling en Beheer] B.V. als schuldeiser en [Investments] als schuldenaar gesloten en door hen ondertekende “overeenkomst van geldlening” (productie 6 inleidende dagvaarding; hierna “de geldleningsovereenkomst”) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
* dat het uiteindelijk de bedoeling is dat de heer [broer 2] en de heer [broer 1] voornoemd of (een) door hen aan te wijzen (rechts-) perso(o)n(en) voor 45% gaan participeren in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited voornoemd, zulks tegen een totaal bedrag van € 850.000,- voor voornoemde 45%;
* dat de heer [broer 2] en de heer [broer 1] zich inspannen om zo spoedig mogelijk na ondertekening dezes aan [Investments] Investments B.V. kenbaar te maken op welke wijze en/of door welke (rechts-) perso(o)n(en) wordt geparticipeerd en om zo spoedig mogelijk aan [Investments] Investments B.V. die documenten te bezorgen welke nodig zijn om de levering van aandelen in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited mogelijk te maken;
* dat [Investments] Investments B.V. zich op haar beurt zal inspannen de betreffende aandelen in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited ten spoedigste te leveren;
* dat het uitdrukkelijk de bedoeling is het hierna te noemen ter leen te verstrekken bedrag van € 500.000,- te zijner tijd op enige wijze te verrekenen met de aankoopprijs van de door de heer [broer 2] en de heer [broer 1] voornoemd of (een) door hen aan te wijzen rechtspersonen (rechtspersoon) te verkrijgen aandelen in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited.
(…)
Artikel 3: aflossing
Over de wijze van terugbetaling van de geleende som zullen schuldenaar en schuldeiser nog nadere afspraken maken, met inachtneming van het in de overwegingen van deze overeenkomst bepaalde.
In ieder geval dient - mocht de in de overwegingen bepaalde om welke reden dan ook geen of niet op dezelfde wijze doorgang vinden - de geleende som te worden terugbetaald na schriftelijke opzegging van de geldlening door schuldeiser aan schuldenaar. Opzegging dient te geschieden met inachtneming van een termijn van tenminste drie maanden. (…)
Artikel 7: zekerheden
Schuldenaar verplicht zich, tot zekerheid voor de voldoening van de geleende som en alle kosten als bedoeld in artikel 11 (…) ten behoeve van schuldeiser een pandrecht van zo hoog mogelijke rang te vestigen op alle aan hem toebehorende aandelen in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited. Verpanding vindt plaats uiterlijk binnen zestig dagen na ondertekening van deze overeenkomst, zulks op verbeurte van een terstond opeisbare boete, derhalve zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, van € 500.000,- door schuldenaar ten gunste van schuldeiser. De heer [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] is in privé aansprakelijk indien schuldenaar geen verhaal zou bieden jegens schuldeiser uit hoofde van deze overeenkomst.
(…)
Artikel 10: rechtskeuze
Op deze overeenkomst van geldlening is van toepassing het Nederlands recht. Geschillen welke voortvloeien uit of verband houden met onderhavige geldleningsovereenkomst zullen in eerste aanleg (…) worden beslecht door de rechtbank te Roermond. (…)”
i. Het verslag van het op 1 juni 2011 gehouden overleg tussen directie (noot hof: van [Recycling en Beheer] B.V.), [betrokkene 1] en [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] inzake Project Bali, (opgesteld door de accountant van [Recycling en Beheer] B.V., productie 8 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover relevant:
“(…)
1 Leningsovereenkomst
De leningsovereenkomst is naar de mening van beide partijen goed geregeld. [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] stelt het vertrouwen van [broer 1] en [broer 2] zeer op prijs en beantwoordt dit vertrouwen graag met de nog op te stellen pandrechtovereenkomst (…).
3 Samenwerking
Ed brengt de samenwerking (…) tussen hem en [broer 2] enerzijds en [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] anderzijds, in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd. ter sprake. Specifiek het feit dat [broer 2] en hij ‘slechts’ 45% van de aandelen bezitten (…).
[enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] geeft aan dat hij op basis van gelijkwaardigheid wil samenwerken. (…)
[broer 1] en [broer 2] stellen als voorwaarde aan de deelname aan het project in de vorm van aandelen en verstrekking van de additionele € 350.000 dat zij comfort moeten hebben. Dit comfort moet worden gevonden in de hiervoor genoemde formaliteiten en de volledige informatie over financiën, voortgang en additionele investeerders.
(…)”
5 Afspraken/acties.
(…)
AcconAVM stelt een voorstel op voor de pandrechtovereenkomst
(…)”.
j. Het e-mailbericht van 8 juni 2011, 12:25 van [accountant van Recycling en Beheer] aan [broer 1] en [broer 2] (productie 9 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“(…)
Wij stellen de volgende acties voor:
1. Check uitvoeren op formaliteiten [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd. (…)
2. Opstellen pandrechtovereenkomst (…)
k. Bij brief van 8 juni 2011 (productie 10 inleidende dagvaarding) laat [Investments] [Recycling en Beheer] B.V. weten, voor zover relevant:
“(…)
Langs deze weg onze hartelijke dank voor de beslissing dat jullie 45% van de aandelen in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited kopen voor (…) € 850.000,-. (…)”.
l. Bij brief van 14 juni 2011 (productie 11 inleidende dagvaarding), waarin in het hoofd is vermeld “
Betreft: uw schrijven d.d. 8 juni 2011 (…)”, laat [Recycling en Beheer] B.V. aan [Investments] weten, voor zover relevant:
“In vervolg op onze bespreking, naar aanleiding van opgemeld schrijven, d.d. 11 juni jongstleden in [plaats 2] treft u hierbij een samenvatting aan van de afspraken zoals wij die hebben gemaakt.
1. De funding ad € 500.000 zoals die tot thans door [Recycling en Beheer] (…) is gedaan blijft vooralsnog de juridische titel van geldlening behouden. Ter zake zijn wij nog in afwachting van de door u ondertekende overeenkomst inzake verpanding van de aandelen [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd.
2. Ter zake van de omzetting van de geldlening in aandelen [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd. is door ons aangegeven dat deze kan plaats vinden zodra de informatie, zoals wij die benodigen ons daadwerkelijk heeft bereikt en door ons is bestudeerd en ons convenieert. (…)”.
m. Bij brief van 16 juni 2011 (productie 12 bij inleidende dagvaarding) stuurt [Recycling en Beheer] B.V. aan [Investments] een door [Recycling en Beheer] B.V. ondertekende overeenkomst inzake verpanding. Die overeenkomst houdt onder meer in:
“ De ondergetekenden:
(…) [Recycling en Beheer] (…) B.V. (…) hierna te noemen “schuldeiser”;
en
(…) [Investments] (…) hierna te noemen “schuldenaar”;
OVERWEGENDE:
In aansluiting op de tussen schuldeiser en schuldenaar aangegane geldlening d.d. 25 mei 2011 (…) verpandt schuldenaar zo spoedig mogelijk na heden aan schuldeiser (…): alle aandelen (…) in de in [vestigingsnaam] gevestigde vennootschap [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited.
(…)
Artikel 4
Schuldeiser is bevoegd de tijdens de duur van het pandrecht op de aandelen tot uitkering komende dividenden en andere uitkeringen in geld, te innen, onder verrekening met de hiervoor omschreven schuld uit hoofde van gesloten geldlening d.d. 25 mei 2011.
Artikel 5
(…)
Schuldeiser heeft het recht namens schuldenaar terzake alle daden te verrichten en stukken tekenen, welke volgens de wet of bijzondere statutaire bepalingen in verband daarmee nodig zijn.(…)
Artikel 8
Aan schuldeiser komt het stemrecht op de verpande aandelen toe.
(…)
De echtgenote van de heer [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] (…) verklaart toestemming te hebben verleend voor alle in deze overeenkomst en in de geldlening d.d. 25 mei 2011 opgenomen rechtshandelingen van haar echtgenoot. (…)”.
n. Het e-mailbericht van 14 juli 2011, 12:09 van “ [directie] Directie [Investments] Investments Group of Companies”, verzonden door [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] aan [broer 1] en [broer 2] (productie 13 inleidende dagvaarding) houdt in, voor zover van belang:
“(…)
Tijdens de laatste bijeenkomst in Kasteel Hattem is afgesproken dat de aandelen [Investments] inderdaad zouden worden verpand. Echter, bij [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] leefde de gedachte dat dit dus 45% zou zijn, geheel in lijn met de afspraak van de uiteindelijke deelname. Wat schetst de verbazing: in de verpandingsakte staat 100% (alle aandelen) verpanding. Dat is onacceptabel om meerdere redenen. Op de eerste plaats is dat niet de afspraak/bedoeling, omdat de grondslag daarvoor ontbreekt. Immers, de waarde van de onderliggende aandelen wordt niet bepaald door de lening van € 500.000, maar door de intrinsieke waarde van de aandelen PT [BB] , (…). Dat is (…) bijna 1,9 miljoen US$ (…).
Stel dat een 100% verpanding plaatsvindt en deze ook wordt uitgevoerd, betekent dat volledige zeggenschap door “ [Recycling en Beheer] ” en is [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] “weg vom Fenster”. (…).
Kortom. Wij stellen voor de verpandingsovereenkomst op twee punten te wijzigen: de verpanding van 100% naar 45% en de naam van [enig aandeelhouder en bestuurder van Investments] ’s vrouw verdwijnt. (…)”.
o. Bij brief van 25 juli 2011 (productie 15 inleidende dagvaarding) laat [Investments] [Recycling en Beheer] B.V. weten, voor zover relevant:
“(…)
Met referte aan het gesprek van 21 juli 2011 berichten wij u (…) als volgt.
Ad 3.
Volgens u hebben wij geen stukken aangeleverd, zoals die zijn omschreven in uw brief van 14 juni 2011.
A. Laatste jaarrekeningen van [Investments] Investments [vestigingsnaam] Ltd en PT [BB] .
Aan u werd medegedeeld dat beide vennootschappen pas begin 2010 zijn opgericht. Mitsdien is er geen historie.(…) Om toch tegemoet te komen aan de wens om financieel inzicht te geven (…) is besloten over het jaar 2010 en het eerste halfjaar 2011 een audit te laten doen door [auditeurs] (…).
Onze conclusie is dat wij de informatie, die u gevraagd heeft, hebben geleverd dan wel zouden kunnen leveren, (…). U heeft echter aangegeven deze informatie niet (meer) te willen inzien, noch behoefte te hebben deze te ontvangen vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden, zoals genoemd in de leningsovereenkomst van 25 mei 2011 (…).
Ad 4. Door u werd aan ons een pandovereenkomst gestuurd (…). De verpanding van de aandelen [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited zou geschieden tegen de hoogst mogelijke rang en binnen 60 dagen na ondertekening van de geldleningsovereenkomst van 25 mei 2011. De bedoeling onzerzijds was een eenvoudige verpanding van alle aandelen voornoemd, enkel ter overbrugging van een zéér korte periode, (…). De verbazing was dan ook groot toen bleek dat de pandovereenkomst (…) geen eenvoudige verpanding is, maar een poging om de volledige vennootschap [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited en haar dochter PT [BB] in handen te krijgen. (…)
Om uiteindelijk de impasse te doorbreken (…) is door de directie aangeboden om artikel 4, artikel 5, daar waar het betreft de passage:“Schuldeiser heeft het recht namens schuldenaar terzake alle daden te verrichten en stukken te tekenen, welke volgens de wet of bijzondere statutaire bepalingen in verband daarmee nodig zijn.”, artikel 8 en de toestemmingsverklaring van de echtgenote (…) te verwijderen. Als alternatief is voorgesteld om 4.500 aandelen te verpanden (…). Kortom, er wordt 45% van de aandelen in handen gelegd van [Recycling en Beheer] (…).
Ad 5. (…) Ons inziens is er geen onderhandelingssituatie meer aan de orde, nu uitvoering is gegeven aan de leningovereenkomst en wij aan alle voorwaarden kunnen en willen voldoen. Resteert alleen nog de levering van de aandelen.. (…)”
p. Bij brief van 26 juli 2011 (productie 16 inleidende dagvaarding. Zie voor de datum nr. 30 inleidende dagvaarding) laat [Recycling en Beheer] B.V. aan [Investments] weten, voor zover relevant:
“Op 25 mei 2011 heeft [Recycling en Beheer] (…) B.V. aan [Investments] (…) € 500.000,- ter leen verstrekt. (…).
In artikel 7 van de geldlening zijn wij overeengekomen dat u verplicht bent tot zekerheid ten behoeve van ons een pandrecht te vestigen op alle aan [Investments] (…) toebehorende aandelen in [Investments] Investments [vestigingsnaam] Limited.
Wij zijn tevens overeengekomen dat de verpanding plaats zal vinden uiterlijk binnen zestig dagen na ondertekening van de geldlening, zulks op verbeurte van een terstond opeisbare boete van € 500.000,- (…).
Na het lezen van uw e-mail d.d. 14 juli 2011 (…) hebben wij gegronde vermoedens dat bedoelde zekerheid niet op 25 juli 2011 wordt verstrekt. Wij delen u dan ook mede dat wij op 25 juli 2011 aanspraak zullen maken op bedoeld boetebedrag (…).
Wij verzoeken en voor zover nodig sommeren u (…) uiterlijk op 30 juli 2011 het geleende bedrag van € 500.000,- over te schrijven naar (…) [Recycling en Beheer] (…) B.V. (…)”
q. Bij brief van 8 augustus 2011 (productie 17 inleidende dagvaarding) deelt de gemachtigde van [Recycling en Beheer] B.V. aan [Investments] mee, voor zover van belang:
“(…)
Tussen [Recycling en Beheer] en [Investments] is op 25 mei 2011 een geldleningsovereenkomst gesloten, (…).
De voorgenomen participatie in het vakantieressort is een kostbare en langdurige onderneming, waarvoor wederzijds vertrouwen nodig is. Indien het vertrouwen reeds nu ontbreekt, bestaat geen basis om te participeren. De gebroeders [Recycling en Beheer] hebben daarom (terecht) besloten om af te zien van de aandelentransactie. (…)
Volledigheidshalve wordt de overeenkomst hierbij tevens - voor zover vereist – ontbonden, omdat [Investments] haar informatieverplichting tot op heden, ondanks herhaald verzoek, niet is nagekomen. (…)
Vanwege de tekortkoming van [Investments] is het bedrag van de geldlening op grond van artikel 4 lid 5 terstond opeisbaar. Overigens vloeit de opeisbaarheid ook voort uit het feit dat het project is gewijzigd (art. 4 lid 7), hetgeen alleen al blijkt uit het feit dat nog niet is begonnen met de bouw, terwijl deze was voorzien per 1 juli 2011. (…)
Namens [Recycling en Beheer] sommeer ik [Investments] hierbij tot betaling van in totaal € 1.000.657,53 (…). Indien het genoemde bedrag niet is ontvangen op17 augustus 2011, zal (…) worden overgegaan tot het nemen van rechtsmaatregelen. (…)”