Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[naam van de verdachte] ,
“Ik zag dat [verdachte] samen met zijn vriendin (…) en hond tegenover [C] stond. Ik hoorde [verdachte] en zijn vriendin meermaals roepen: “Wat kijk jij ons altijd na. Van de ene hoek naar de andere hoek van de straat.Je weet niet met wie je te maken hebt.” (…) Ik hoorde dat [C] hierop reageerde door te zeggen: “Mag ik dan niet meer kijken” (…). Ik hoorde [verdachte] hierop reageren: “Je moeder is een hoertje.” (…) Ik zag dat [C] toen in de richting van [verdachte] liep en hem een duw gaf. Ik zag dat [C] dit deed met twee handen op de borst van [verdachte] . Ik zag dat [verdachte] iets uit zijn broek haalde en daarmee in de richting van [C] spoot. Ik zag dat [C] zijn hoofd wegdraaide en hoorde [C] zeggen: “Durf je wel met pepperspray”.Ik zag dat [verdachte] in de tussentijd constant bezig was met zijn telefoon. Ik had hierdoor de indruk dat [verdachte] er iemand bij wilde halen. (…) Toen wij naar binnen wilden lopen, kwam er ineens van de andere kant een jongen aan lopen. Ik herkende de jongen als een vriend van [verdachte] . (…) Ik stond op dit moment al bij de voordeur (…). [C] stond nog iets meer bij de straat. Ik zag dat de jongen voor [C] ging staan. (…) Ik zag dat de jongen (…) uithaalde met een gebalde vuist in het gezicht van [C] . (…) Wij zijn toen direct naar hen toegelopen en probeerden [C] weg te trekken bij de jongen. Toen dit gelukt was, zijn wij richting de voordeur (…) gelopen. Ik zag dat de jongen ons direct achterna kwam en een trap maakte in de richting van [C] . Hierdoor ontstond er een worsteling tussen [C] en deze jongen. Op dit moment kwam ook [verdachte] er weer bij. (…) Ik voelde ineens een knietje in mijn zij/rug. (…) Ik keek om en zag [verdachte] staan. Ik zag dat [verdachte] vervolgens recht voor mijn neus ging staan. Ik zei hierop tegen hem: “Durf je wel tegen een meisje?” (…) Al snel voelde ik een straal pepperspray in mijn gezicht komen.”
Mishandeling.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis;
€ 350,-- (driehonderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2013 tot en met de dag der voldoening, en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
€ 36,40 (zesendertig euro en veertig cent);
€ 350,-- (driehonderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2013 tot en met de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;